vrijdag 17 oktober 2014

Leesverslag 'Bint'

Titel: Bint
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Druk: drieëndertigste gecorrigeerde druk uit 2012
Eerste uitgave: 1934 bij De Gemeenschap in Utrecht
Pagina’s: 109
Genre: Novelle, Psychologische roman

Samenvatting:
Aan het begin van een nieuw schooljaar, rond het jaar 1934, begint meneer De Bree op een school als docent Nederlands. Meneer De Bree gaat aan vier verschillende klassen les geven, waarbij in alle vier de klassen de leerlingen zich verschillend gedragen. Meneer De Bree moet ook de meest beruchte klas, klas 4D, les geven. Deze klas staat bekend om zijn brutale en drukke leerlingen die niet op hun mondje gevallen zijn. Het is echter wel de favoriete klas van meneer Bint, aangezien ze de vorige docent Nederlands hebben weggepest.
Meneer De Bree vindt het erg fijn dat er onder strenge omstandigheden les wordt gegeven op school. Hij pakt zijn eigen klassen dan ook erg streng aan om te laten weten wie de baas is. Zijn manier van lesgeven blijkt al snel te werken: alle leerlingen uit alle vier de klassen luisteren netjes naar hem. Toch vinden de meeste leerlingen het naar om onder de strenge omstandigheden van meneer De Bree te werken. Ze vinden hem te streng, te boos en te afstandelijk. Op een gegeven moment vragen de leerlingen zelfs of hij vrede wil sluiten in de klas, zodat het iets gezelliger wordt. Aangezien meneer De Bree overtuigd is van zijn manier van les geven, gaat hij daar niet mee akkoord. Hij zal altijd zo streng en afstandelijk les geven zoals hij nu doet.
Een leerling, Van Beek, heeft tegenover het docententeam gedreigd met zelfmoord als hij een onvoldoende krijgt voor zijn schoolwerk. Tijdens een rapportvergadering komt dit ter sprake en het docententeam vindt dat Van Beek onvoldoende gewerkt heeft om een voldoende te krijgen. Van Beek wordt dus beoordeeld met een onvoldoende. Als Van Beek dit te horen krijgt pleegt hij eventjes later zelfmoord. De directeur Bint heeft hier gemengde gevoelens bij: hij wilde niet ingaan op het dreigement, maar is tegelijkertijd ook bang dat de zelfmoord van een leerling voor een hoop problemen zorgt.
Rond Pasen gaan de leerlingen met docenten op hun jaarlijkse schoolreisje. Ze reizen via Bergen op Zoom af naar België, en vervolgens naar Noord-Frankrijk.  Omdat een collega van meneer De Bree vader geworden is, moet meneer De Bree ineens mee op schoolreisje. Hij krijgt de taak om op de helft van de beruchte klas 4D letten. Onder het strenge regime van meneer De Bree verloopt het schoolreisje met klas 4D erg goed.
Nadat de leerlingen en docenten weer terug zijn op school, vraagt Bint aan meneer De Bree of hij nog een jaar langer op school les wil geven. Meneer De Bree was in de eerste instantie van plan om maar een jaartje les te geven. In de eerste instantie zegt meneer De Bree dat hij niet meer terug wil komen, maar later als hij thuis zit bedenkt hij zich toch en stuurt hij een briefje naar Bint met de mededeling dat hij toch nog een jaar les wil geven.

Als meneer De Bree het volgende schooljaar vol goede moed weer wil beginnen, blijkt dat Bint verdwenen is. Bint wilde namelijk niet meer langer als directeur op een school werken waar een leerling zelfmoord gepleegd heeft. Een collega, meneer Donkers, is de nieuwe directeur geworden.
Meneer De Bree probeert Bint thuis nog eens op te zoeken, maar keer op keer wordt hij aan de deur geweigerd. Bint doet alsof hij er niet meer is, en wil geen contact meer met anderen.

Verwerkingsopdracht literaire stroming

Kenmerken Nieuwe Zakelijkheid:

·         Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
·         Weinig plaats voor gevoel
·         Geen versieringen of mooischrijverij
·         Korte zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de essentie, reportagestijl
·         Eerbied voor de gewoonste dingen     
·         Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de stad/het zakenleven/de vooruitgang

Toelichting op kenmerken:

Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
‘Zij vertrokken, Bint voor, zij na. De Bree ging naar huis, alleen. Geen twee gingen samen. Bint vergezelde allen.’ (p. 130). Een ander citaat: ‘’Ieder in zijn lokaal,’ zei hij tot de wachtenden in de leraarskamer. ‘Maar geen les en geen woord en geen vrij van twaalf tot twee. De school gaat dicht tot vier.’ Bint stond nu weer aan de deur en ontving de hel. Hij gaf handen. ‘Kerels,’ zei hij alleen.’ (p. 136-137)
Ik vind dat het boek wel een sobere, strakke stijl bevat, maar regelmatig wordt hier nog wel eens van afgeweken, als bijvoorbeeld de schoolreis op de fiets wordt beschreven.

Weinig plaats voor gevoel
‘Jullie kùnt me niet kwaad maken. Jullie zult nooit iets van boosheid zien.’ (p. 96). Dit citaat geeft weer dat De Bree een ijskoude heerser is. Er is dus weinig plaats voor gevoel. Toch toont hij op onder andere pagina 158 wél gevoel en valt hij uit zijn rol van emotieloze leider: ‘Zijn gezicht was wit van woede. Hij smeet de deuren der kamers open. ‘Der uit, op, salamanders,’ bulderde hij. De deur van Schattenekeinder trok hij woest dicht, sloeg er toen tegen met de vuist. ‘Op, op, wezen!’ Hij moest zich toch kalm houden. Hij floot grimmig tussen zijn tanden toen hij de trap afging. In de gelagkamer ijsbeerde hij.’
Bint zegt op pagina 105 het volgende: ‘Er is geen reden iemand te sparen die zelfmoord aankondigt. Waar gaan we heen?’ Een ander voorbeeld van het niet tonen van gevoel staat op pagina 106 wanneer hij tegen de andere leraren zegt: ‘Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich in de leraar, dat het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal worden getuchtigd.’

Geen versieringen of mooischrijverij
Gebeurtenissen en handelingen in het boek worden ‘kaal’ beschreven. Als iemand boos is wordt alleen maar gezegd dat hij boos is, maar echt gevoel wordt er niet bij betrokken. ‘Bint was even naar boven geweest.’ (p. 112): Een andere schrijver had hier uitgebreider beschreven hoe iemand van de begane grond naar de eerste verdieping loopt. Bijvoorbeeld, een beschrijving van de gang, van de trap, van geluiden, van licht. Bordewijk doet dit echter niet, hij schrijf alleen op dat hij naar boven was geweest.


Korte zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de essentie, reportagestijl
Citaat: ‘Hij belde galmend, hij had nog geen sleutel. In de stroeve hal was geen warmte.’ (p.77). Een ander citaat: ‘Het gespuis kwam binnen. Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zo. Hij wenkte de laatste en sloot de deur. Ze zetten zich op hun plaats. De Bree ging het na op de plattegrond. Ze zaten goed. De zeven zaten over de gehele klas verspreid.’ (p. 88). In voorgenoemde zinnen staan voorbeelden van korte zinnen, reportagestijl. Zelf vind ik dit gemakkelijk lezen, want al lezend kun je zo makkelijker je eigen beelden erbij vormen.

Eerbied voor de gewoonste dingen    
Het verhaal speelt zich af op een klein schaalniveau. Het gaat om de school, de leraren, de leerlingen, met name 4C (de hel). Het gaat dus om de gewoonste dingen, bijvoorbeeld een situatie met de conciërge, zoals op pagina 113 is beschreven. Het gaat niet over paleizen enzovoort, het gaat over dingen die je gewoon bijna elke dag tegenkomt.

Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de stad/het zakenleven/de vooruitgang
Bint is voorstander van strenge tucht . De jeugd is volgens hem losgeslagen.
Je zou de manier waarop Bint zijn school organiseert kunnen vergelijken met een totalitaire staat, een fascistisch bewind.
Een citaat hierbij is: ‘Ik eis van ieder: tucht. Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is tè bandeloos.’ (p. 93). Een ander citaat: ‘Die klas is uniek. Zo een heb ik nog nooit kunnen vormen, vóór deze.’ (p.92).
Je kunt dat ook afleiden uit de anagrammen die hij gebruikt: E.O. Bint is een anagram voor Benito, de voornaam van Mussolini. Een paar andere voorbeelden van anagrammen zijn To Delorm, wat voor Delorme staat. Delorme was een vrouw waar Mussolini een verhouding mee had en een leerling uit ‘de hel’ genaamd Smeurts, wat een anagram is voor Mussert, de leider van de NSB.
Bint wil ‘maatschappelijke reuzen’ maken: ‘Ik wil een kweek van reuzen kweken, niet wetenschappelijk, maar maatschappelijk. Het opgroeiend geslacht zal later zeggen: “die was van de school van Bint.”’ (p. 129-130)

Exponent van Nieuwe Zakelijkheid?
De meeste van de door mij genoemde kenmerken van Nieuwe Zakelijkheid zijn terug te vinden in Bint. Bint is op een nuchtere en afstandelijk manier geschreven. Toch gebruikt Bordewijk vaak stijlkenmerken die eigenlijk niet thuis horen bij de Nieuwe Zakelijkheid. Een voorbeeld hiervan is een metafoor die al in de eerste alinea van het boek staat: ‘De Bree zijn denken was hoekig en nors. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De wind danste lomp om de hoeken. De boerse reuzin viel over hem met de volle vracht van natte kleren. De Bree kampte even. Dit was een voorpostgevecht. Hij wist ongeveer waar hij heen ging. Hij had er van gehoord.’ Volgens de regels van de Nieuwe Zakelijkheid had hij moeten schrijven: ‘Op een novemberochtend fietste De Bree door de regen met tegenwind.’ Zijn beschrijving is eigenlijk te bloemrijk. Ook vind ik dat er iets te veel gevoel in wordt getoond.


Ik vind dat Bint aan voldoende kenmerken voldoet om het te kunnen rekenen tot de Nieuwe Zakelijkheid. Vooral de betrokkenheid bij de maatschappij vind ik doorslaggevend. Bordewijk laat goed zien waar de samenleving uit zijn tijd naartoe op weg was en hij beschrijft dat in Bint op een manier die de stijlkenmerken vertoont van de Nieuwe Zakelijkheid.

2 opmerkingen:

  1. Hoi Annabel,

    Leuk dat je hetzelfde boek als ik hebt gelezen voor deze opdracht! Dat maakt het reageren ook een stuk makkelijker.
    Allereerst wil ik zeggen dat je (volgens mij) per ongeluk de verkeerde opdracht hebt gemaakt; voor zover ik weet moesten we de opdracht van 'De Tachtigers' maken en heb jij die van 'Stromingsboek a' gemaakt. Ik denk echter niet dat dit heel veel uitmaakt, aangezien je de opdracht 'stromingsboek a' zeer nauwkeurig en goed onderbouwd hebt uitgewerkt. Mijn complimenten!

    Zover ik weet klopt het genre dat je hebt gevonden en ook op de kenmerken van deze stroming heb ik niks aan te merken. Je onderbouwt elk kenmerk van de nieuwe zakelijkheid met een passend citaat uit Bint en laat hiermee duidelijk merken dat je het boek met veel aandacht bestudeerd hebt. Net als jij vind ik dat dit genoeg argumenten zijn om Bint tot de nieuwe zakelijkheid te rekenen.

    Wel ben ik nog benieuwd naar jouw persoonlijke mening over dit boek (ik vond er zelf niet zoveel aan), maar deze hoefde je waarschijnlijk niet te geven volgens de opdracht die jij gemaakt hebt.

    Kortom: een al met al goed uitgewerkte opdracht.

    Liefs,
    Maaike

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Annabel,

    Jouw verslag van Bint is niet minder dan indrukwekkend te noemen. Je hebt zeer goed duidelijk gemaakt waar het boek te plaatsen is door eerst grondig onderzoek te doen en vervolgens een wel afgewogen conclusie te trekken. De passages die je hebt gekozen dragen ook mooi bij aan je verhaal. Het feit dat je de verkeerde opdracht gemaakt hebt, is wel jammer. Ik had graag jouw verhaal over de vrije wil gelezen, aangezien dat een onderwerp is dat mij altijd veel heeft geïnteresseerd.
    Desalniettemin heb je een goed verhaal gehouden.

    Met vriendelijke groet,

    Maurits

    BeantwoordenVerwijderen