1) Welke literaire boeken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.
Ook al is het boek slechts niveau 2 en heeft het maar 127 bladzijdes heeft het toch een indruk bij mij achter gelaten. Juist omdat je er zo makkelijk doorheen leest, begrijp je het verhaal helemaal en is de spanning die wordt opgewekt blijvend. Wat vooral spanning opwekte was hoe steeds het uiterlijk werd beschreven van de aftakelende Isabelle. Dan liepen bij mij de rillingen over mijn rug. Verder vind ik het verhaal ook goed omdat het erg realistisch is. Je ziet als het ware een psychologische proces waarbij Isabelle inpraat op Jeanne. Tenslotte zorgt het eind van het verhaal, dat Jeanne ontsnapt en ook niet wordt teruggevonden, dat het in je hoofd blijft spoken. Dat zorgt voor die extra indruk die het boek op je maakt.
2) Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?
De literatuur lessen die over de stromingen gingen vond ik het leukst, dus ook het belangrijkst voor mij. Zo werd de stof erg goed overgebracht door mijn docent en had ik echt het idee dat ik iets leerde. Wat ik vooral erg leuk vond is dat je de dingen die je dan geleerd had terug vind in de boeken. De kenmerken van een bepaalde stroming zag je terug in een verhaal. Zo bijvoorbeeld bij 'De klucht van de Molenaar' wordt het plattelandse volk belachelijk gemaakt. Zo is de gedragscode te herkennen dat de mensen uit de steden neerkeken op de mensen van het platteland. Op het platteland gaan ze vreemd en drinken ze veel. Kluchten werden veel in steden opgevoerd waardoor het volk in de steden ook nog eens werd opgevoed. Dit zijn kenmerken van de tijd waarin het is geschreven.
3) Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weestand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?
Wat ik ontzettend vervelend vond van de literatuur waren de filmpjes die we moesten kijken. Ik vond deze erg saai. Ze zaten dan wel vol met informatie, maar naar mijn mening te vol. Als ik het ene weetje of feitje nog niet verwerkt had waren er al weer te veel nieuwe. Ook vond ik de presentator van dat literatuurprogramma ontzettend irritant. Ik was me meer aan het ergeren dan dat ik er iets van leerde.
4) Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.
Om te beginnen vond ik lezen in het begin helemaal niet zo leuk. Vooral omdat ik het erg moeilijk vond en het zowat 5 minuten duurde voordat ik een bladzijde had gelezen. Het gezegde oefening baart kunst heeft mij echter laten doorzetten. Nu vind ik lezen een stuk minder vervelend en eigenlijk best wel leuk! Ik vind het leuk hoe ik nu symboliek in een verhaal kan herkennen. Ook kan ik nu verbanden leggen waardoor je het verhaal kan proberen te voorspellen. Dit zorgt ervoor dat ik wel wil doorlezen om te kijken of mijn voorspellingen goed waren.
5) Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?
Als ik terug kijk naar mijn blog ben ik best tevreden. Ik heb hem altijd goed bijgehouden, maar ik zal niet ontkennen dat ik bij het maken van de verslagen vrijwel altijd in tijdnood zat en ik ze soms ook heb afgeraffeld. Achteraf vind ik dat zeker zonde. Verder vond ik het eindeloze verslagen of recensies schrijven niet leuk. Ik had gehoopt dat er meer verwerkingsopdrachten zouden zijn waarbij je zelf iets mag schrijven. Dat vind ik erg leuk en daar doe ik altijd ontzettend mijn best voor. Zelf vind ik dat wat ik dan schrijf best goed gelukt!
6) Welke plaats denk je dat de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?
Ik denk niet dat literatuur een hele belangrijke plaats in mijn leven zal hebben. Ik zal zeker blijven lezen. Lekker in de zomer op het strand met een boek vind ik heerlijk. Of juist in de winter bij de kachel zal ik lekker een boek lezen. Schrijven vind ik wel erg leuk. Verhalen of betogende teksten creëren wil ik misschien wel professioneel doen.
7) Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Wat beter zou zijn naar mijn mening in de literatuur lessen is het weglaten van die filmpjes. Hoe de stromingen werden verteld met een prezi was echt erg duidelijk en vond ik veel leuker dan die saaie meneer in de documentaires. Verder zou het ook handig zijn als voor het hele leerjaar de opdrachten voor het leesdossier verplicht waren. Aangezien ik het jammer vind als je ergens eigenlijk veel tijd in steekt en het niet zo belangrijk blijkt te zijn dat het verplicht is voor iedereen.
Leesdossier van Annabel van der Horst
vrijdag 13 februari 2015
donderdag 8 januari 2015
Recensie Turks fruit
Algemene informatie
Auteur: Jan Wolkers
Titel: Turks Fruit
Plaats van Uitgave: Amsterdam
Uitgeverij: J.M. Meulenhoff
52e druk oktober 2010, 1e druk 1969
187 bladzijden
Samenvatting
Het verhaal begint bij het moment waarop de ik-persoon
terugdenkt aan zijn tijd met Olga. Olga is de liefde van zijn leven. De
ik-persoon ontmoette Olga voor de eerste keer toen hij stond te liften en zij
voor hem stopte. Tijdens deze lift was er meteen een spanning tussen de
ik-persoon en Olga, wat resulteerde in een vrijpartij in de auto. De autorit
eindigt uiteindelijk in een ongeluk. Na het ongeluk reist de ik-persoon
verschillende keren naar Alkmaar in de hoop om haar tegen te komen. Ook
probeert hij haar telefonisch te bereiken, maar de moeder van Olga laat haar
niet aan de telefoon komen. Pas na 2 maanden zien ze elkaar weer, waarna ze
zich overgeven aan de liefde. Ze gaan samenwonen en trouwen. De ik-persoon
beschrijft zijn tijd met Olga uitgebreid. Hij vertelt over de seks die ze
hebben, over de keren dat Olga model voor hem stond en over de relatie tussen
hem, Olga en de ouders van Olga. Hij beschrijft de vader van Olga als een
grappige, vriendelijke, dikke man. Hij moet een dieet volgen, maar zijn vrouw
geeft hem te vet eten. Uiteindelijk resulteert dit in zijn dood. De ik-persoon
benadrukt in het verhaal dat de moeder van Olga een slecht mens is en dat zij hen
al de tijd dat ze samen waren uit elkaar probeerde te drijven. Ook maakt ze
Olga bang met verhalen. Zo wil Olga geen kinderen, omdat haar moeder haar
verteld heeft dat ze haar borst kwijt is omdat Olga die er als kind had
afgebeten terwijl het in werkelijkheid door haar borstkanker kwam.
Olga’s moeder blijft gedurende het huwelijk van Olga en de
ik-persoon contact met Olga zoeken om Olga op een indirecte manier duidelijk te
maken dat de ik-persoon niet de juiste man voor haar is. De ik-persoon merkt dan
ook dat Olga steeds meer ontevreden wordt en wanneer ze door haar moeder
gekoppeld wordt aan een zakenrelatie verlaat ze de ik-persoon.
De ik-persoon komt in een diep dal terecht. Hij lag de hele
dag in bed naar naaktfoto’s van Olga te kijken en verlangde terug naar de tijd
waarin ze gelukkig waren. Toen hij eindelijk uit bed kwam, nam hij zoveel
mogelijk meisjes en vrouwen mee naar huis. Hij had vervolgens seks met ze en
zag ze vervolgens nooit meer terug. Op een gegeven moment besluit hij twee
studentes in huis te nemen. Hij vertelt hierbij dat hij ze nooit met een vinger
heeft aangeraakt, maar dat hij ze op een gegeven moment het huis uit gooide
omdat ze parkieten hadden die hem op zijn zenuwen werkten.
Nadat de ik-persoon en Olga uit elkaar waren gegaan, is de
ik-persoon Olga nog een keer gaan opzoeken bij haar moeder in Alkmaar. Hij wil
met haar praten, maar ze voeren slechts zinloze discussies. De moeder van Olga
kwam tussenbeide en zei tegen de ik-persoon dat het tijd was om naar huis te
gaan. Hier was het echter te laat voor. De ik-persoon bleef dan ook in Alkmaar
slapen. ’s Ochtends sluipt hij naar de kamer van Olga en heeft seks met haar.
Vervolgens wordt hij het huis uitgegooid.
Na een tijd van rouw gaat de ik-persoon eindelijk weer
werken. Dan komt hij Olga tegen in een warenhuis. Hij vindt dat ze er slecht
uitziet, de warme blik is uit haar ogen. Ze vertelt dat ze getrouwd is. Als hij
thuiskomt zoekt de ik-persoon troost bij de zieke meeuw die hij in huis heeft
genomen. Op een gegeven moment is deze meeuw weer beter en vliegt weg. Vanaf
dat moment is de ik-persoon weer eenzaam en stort hij zich op zijn werk.
Er ging een jaar voorbij voordat hij weer iets hoorde van
Olga. De ik-persoon kreeg te horen dat Olga weer zou trouwen en dat ze van plan
was met haar man naar Amerika te vertrekken. Daarom schreef de ik-persoon haar
een briefje, waarna Olga bij hem op bezoek komt. Olga vertelt over haar tweede
huwelijk en over de plannen die ze heeft. Ook kijken ze samen naar oude foto’s.
Dan vertrekt ze met haar man naar het buitenland. Vanuit verschillende landen
stuurt ze de ik-persoon brieven. Maanden later staat ze weer ineens voor zijn
deur. Ze vertelt dat haar huwelijk voorbij is. Ook vertelt ze dat ze naar
Amsterdam was gekomen omdat ze naar een vrouwenarts moest voor de buik- en
koppijn die ze had.
Niet lang daarna belt de moeder van Olga de ik-persoon op.
Ze vertelt dat Olga een hersentumor heeft en in het ziekenhuis ligt. Dan vraagt
ze de ik-persoon of hij Olga van tijd tot tijd op zou willen zoeken. Ze vertelt
ook dat Olga al een paar keer naar hem had gevraagd. Al snel komt de ik-persoon
te weten dat het geval van Olga hopeloos is. De wortels van de tumor kunnen
niet verwijderd worden, waardoor de toestand van Olga snel achteruit gaat. Ze
wordt kaal, blind en vertelt steeds meer onsamenhangende verhalen. De
ik-persoon blijft haar opzoeken tot het einde. Hij koopt Turks fruit voor haar
omdat Olga het gevoel heeft dat haar tanden loszitten en daarom alleen nog maar
Turks fruit durft te eten. Ook koopt hij een rode pruik voor haar, waar ze
dolgelukkig mee is. Dan sterft Olga. De ik-persoon vraagt de dokter of ze
gecremeerd kan worden met haar pruik, omdat ze dat zelf zo gewild zou hebben.
Recensie
Seks Fruit
Turks Fruit is geschreven door Jan Wolkers (26 oktober 1925
- 19 oktober 2007). Hij groeide op in een gereformeerd middenstandersgezin. In
1943 dook hij onder in Leiden en studeerde aan de Leidse schilderacademie. Na
een periode aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten, studeerde hij van
1949 tot 1953 beeldhouwkunst aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in
Amsterdam. In 1957 ging Wolkers op uitnodiging van de Franse regering een jaar
bij de beeldbouwer Zadkine in Parijs werken. In datzelfde jaar begint hij te
schrijven: 'De verschrikkelijke sneeuwman' is zijn eerste verhaal. Het
boek is Turks fruit is verfilmd door Paul Verhoeven in 1973, en er is een musical uitgekomen. Turks
fruit is met 3,5 miljoen bezoekers de succesvolste Nederlandse bioscoopfilm
aller tijden. De film kreeg een Oscarnominatie voor
beste niet-Engelstalige productie en won, in 1999, na een publieksenquête tijdens het Nederlands Film Festival een
speciaal Gouden Kalf voor
'Beste Nederlandse film van de twintigste eeuw'. Ik had geen hoge verwachtingen van het boek. Had
er veel over gehoord, dus dat had mij nieuwsgierig gemaakt.
"Ik was aardig in de rotzooi terecht gekomen nadat ze
bij me weggegaan was. Ik werkte niet meer, ik at niet meer. Ik lag de hele dag
tussen mijn vuile lakens en plakte foto's en naaktfoto's van haar vlak bij mijn
gezicht zodat ik op den duur haar dik onder de rimmel zittende oogharen dacht
te zien bewegen als ik me aftrok."
Met de kennis dat de schrijver zelf beweert dat het verhaal
autobiografisch is word er meteen een flinke indruk op de schrijver gemaakt met
dit begin. In Turks Fruit worden liefde, dood en vooral seks gebonden tot een
hartverscheurend verhaal. Daarom denk ik dat het voor iedereen wel een boek is
dat gelezen moet worden. Er gebeuren zoveel verschillende dingen in het verhaal
dat naar mijn mening Wolkers iedereen wel weet te raken.
De opbouw van Turks Fruit is uitstekend. De eerste zin zorgt
ervoor dat het meteen duidelijk is dat zijn liefde hem heeft verlaten. De
manier van schrijven maakt het zo bijzonder, de gebeurtenissen waarvan je
tijdens het lezen denkt dat ze er niet zo veel toe doen, komen terug met
dubbele betekenis en geven een boodschap die je in eerste instantie niet
voorzien had. Er wordt een deel van het warrige leven van de ik-persoon na de
scheiding beschreven, daarna wordt met een flashback het leven van vóór de
scheiding aangesneden. Het eerste deel van hun leven wordt omschreven als een
leven waar vooral seks belangrijk is. Los van de seksuele momenten, wordt het
eigenlijk niet tot in detail beschreven. Wolkers laat de lezer denken, zelf de
details invullen. Dat maakt Turks Fruit zo realistisch.
Wat ook goed is aan Turks fruit is het perspectief. Omdat
alleen maar door de ogen van de schrijver wordt gekeken naar de gebeurtenissen
is het makkelijk om je helemaal in het verhaal in te leven. Het maakt het
verhaal realistisch en roept op een speciale manier veel emoties op. Vooral het
slot dat beschrijft hoe de afstand tussen twee personen zoveel groter kan
worden raakt iedereen die het boek zal lezen diep.
Mijn conclusie is dus dat je als je als lezer geraakt wil
worden door een verhaal en de manier van schrijven je dit boek zeker moet lezen
en in je kast moet hebben.
Geschreven door Annabel van der Horst
vrijdag 17 oktober 2014
Leesverslag 'Bint'
Titel: Bint
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Druk: drieëndertigste gecorrigeerde druk uit 2012
Eerste uitgave: 1934 bij De Gemeenschap in Utrecht
Pagina’s: 109
Genre: Novelle, Psychologische roman
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Druk: drieëndertigste gecorrigeerde druk uit 2012
Eerste uitgave: 1934 bij De Gemeenschap in Utrecht
Pagina’s: 109
Genre: Novelle, Psychologische roman
Samenvatting:
Aan het begin van een nieuw schooljaar, rond het jaar 1934,
begint meneer De Bree op een school als docent Nederlands. Meneer De Bree gaat
aan vier verschillende klassen les geven, waarbij in alle vier de klassen de
leerlingen zich verschillend gedragen. Meneer De Bree moet ook de meest
beruchte klas, klas 4D, les geven. Deze klas staat bekend om zijn brutale en
drukke leerlingen die niet op hun mondje gevallen zijn. Het is echter wel de
favoriete klas van meneer Bint, aangezien ze de vorige docent Nederlands hebben
weggepest.
Meneer De Bree vindt het erg fijn dat er onder strenge
omstandigheden les wordt gegeven op school. Hij pakt zijn eigen klassen dan ook
erg streng aan om te laten weten wie de baas is. Zijn manier van lesgeven
blijkt al snel te werken: alle leerlingen uit alle vier de klassen luisteren
netjes naar hem. Toch vinden de meeste leerlingen het naar om onder de strenge
omstandigheden van meneer De Bree te werken. Ze vinden hem te streng, te boos
en te afstandelijk. Op een gegeven moment vragen de leerlingen zelfs of hij
vrede wil sluiten in de klas, zodat het iets gezelliger wordt. Aangezien meneer
De Bree overtuigd is van zijn manier van les geven, gaat hij daar niet mee
akkoord. Hij zal altijd zo streng en afstandelijk les geven zoals hij nu doet.
Een leerling, Van Beek, heeft tegenover het docententeam
gedreigd met zelfmoord als hij een onvoldoende krijgt voor zijn schoolwerk.
Tijdens een rapportvergadering komt dit ter sprake en het docententeam vindt
dat Van Beek onvoldoende gewerkt heeft om een voldoende te krijgen. Van Beek
wordt dus beoordeeld met een onvoldoende. Als Van Beek dit te horen krijgt
pleegt hij eventjes later zelfmoord. De directeur Bint heeft hier gemengde
gevoelens bij: hij wilde niet ingaan op het dreigement, maar is tegelijkertijd
ook bang dat de zelfmoord van een leerling voor een hoop problemen zorgt.
Rond Pasen gaan de leerlingen met docenten op hun jaarlijkse
schoolreisje. Ze reizen via Bergen op Zoom af naar België, en vervolgens naar
Noord-Frankrijk. Omdat een collega van
meneer De Bree vader geworden is, moet meneer De Bree ineens mee op
schoolreisje. Hij krijgt de taak om op de helft van de beruchte klas 4D letten.
Onder het strenge regime van meneer De Bree verloopt het schoolreisje met klas
4D erg goed.
Nadat de leerlingen en docenten weer terug zijn op school,
vraagt Bint aan meneer De Bree of hij nog een jaar langer op school les wil
geven. Meneer De Bree was in de eerste instantie van plan om maar een jaartje
les te geven. In de eerste instantie zegt meneer De Bree dat hij niet meer
terug wil komen, maar later als hij thuis zit bedenkt hij zich toch en stuurt
hij een briefje naar Bint met de mededeling dat hij toch nog een jaar les wil
geven.
Als meneer De Bree het volgende schooljaar vol goede moed
weer wil beginnen, blijkt dat Bint verdwenen is. Bint wilde namelijk niet meer
langer als directeur op een school werken waar een leerling zelfmoord gepleegd
heeft. Een collega, meneer Donkers, is de nieuwe directeur geworden.
Meneer De Bree probeert Bint thuis nog eens op te zoeken,
maar keer op keer wordt hij aan de deur geweigerd. Bint doet alsof hij er niet
meer is, en wil geen contact meer met anderen.
Verwerkingsopdracht literaire stroming
Kenmerken Nieuwe Zakelijkheid:
· Nuchtere,
kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
· Weinig
plaats voor gevoel
· Geen
versieringen of mooischrijverij
· Korte
zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de essentie, reportagestijl
· Eerbied voor
de gewoonste dingen
·
Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de stad/het
zakenleven/de vooruitgang
Toelichting op kenmerken:
Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
‘Zij vertrokken, Bint voor, zij na. De Bree ging naar huis,
alleen. Geen twee gingen samen. Bint vergezelde allen.’ (p. 130). Een ander
citaat: ‘’Ieder in zijn lokaal,’ zei hij tot de wachtenden in de leraarskamer.
‘Maar geen les en geen woord en geen vrij van twaalf tot twee. De school gaat
dicht tot vier.’ Bint stond nu weer aan de deur en ontving de hel. Hij gaf
handen. ‘Kerels,’ zei hij alleen.’ (p. 136-137)
Ik vind dat het boek wel een sobere, strakke stijl bevat,
maar regelmatig wordt hier nog wel eens van afgeweken, als bijvoorbeeld de
schoolreis op de fiets wordt beschreven.
Weinig plaats voor gevoel
‘Jullie kùnt me niet kwaad maken. Jullie zult nooit iets van
boosheid zien.’ (p. 96). Dit citaat geeft weer dat De Bree een ijskoude heerser
is. Er is dus weinig plaats voor gevoel. Toch toont hij op onder andere pagina
158 wél gevoel en valt hij uit zijn rol van emotieloze leider: ‘Zijn gezicht
was wit van woede. Hij smeet de deuren der kamers open. ‘Der uit, op,
salamanders,’ bulderde hij. De deur van Schattenekeinder trok hij woest dicht,
sloeg er toen tegen met de vuist. ‘Op, op, wezen!’ Hij moest zich toch kalm
houden. Hij floot grimmig tussen zijn tanden toen hij de trap afging. In de
gelagkamer ijsbeerde hij.’
Bint zegt op pagina 105 het volgende: ‘Er is geen reden
iemand te sparen die zelfmoord aankondigt. Waar gaan we heen?’ Een ander
voorbeeld van het niet tonen van gevoel staat op pagina 106 wanneer hij tegen
de andere leraren zegt: ‘Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het
kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich in de leraar, dat
het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal
gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal
worden getuchtigd.’
Geen versieringen of mooischrijverij
Gebeurtenissen en handelingen in het boek worden ‘kaal’
beschreven. Als iemand boos is wordt alleen maar gezegd dat hij boos is, maar
echt gevoel wordt er niet bij betrokken. ‘Bint was even naar boven geweest.’
(p. 112): Een andere schrijver had hier uitgebreider beschreven hoe iemand van
de begane grond naar de eerste verdieping loopt. Bijvoorbeeld, een beschrijving
van de gang, van de trap, van geluiden, van licht. Bordewijk doet dit echter
niet, hij schrijf alleen op dat hij naar boven was geweest.
Korte zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de
essentie, reportagestijl
Citaat: ‘Hij belde galmend, hij had nog geen sleutel. In de
stroeve hal was geen warmte.’ (p.77). Een ander citaat: ‘Het gespuis kwam
binnen. Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zo. Hij wenkte de laatste en
sloot de deur. Ze zetten zich op hun plaats. De Bree ging het na op de
plattegrond. Ze zaten goed. De zeven zaten over de gehele klas verspreid.’ (p.
88). In voorgenoemde zinnen staan voorbeelden van korte zinnen, reportagestijl.
Zelf vind ik dit gemakkelijk lezen, want al lezend kun je zo makkelijker je
eigen beelden erbij vormen.
Eerbied voor de gewoonste dingen
Het verhaal speelt zich af op een klein schaalniveau. Het
gaat om de school, de leraren, de leerlingen, met name 4C (de hel). Het gaat
dus om de gewoonste dingen, bijvoorbeeld een situatie met de conciërge, zoals
op pagina 113 is beschreven. Het gaat niet over paleizen enzovoort, het gaat
over dingen die je gewoon bijna elke dag tegenkomt.
Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de
stad/het zakenleven/de vooruitgang
Bint is voorstander van strenge tucht . De jeugd is volgens
hem losgeslagen.
Je zou de manier waarop Bint zijn school organiseert kunnen
vergelijken met een totalitaire staat, een fascistisch bewind.
Een citaat hierbij is: ‘Ik eis van ieder: tucht. Ik ben
hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit
geslacht is tè bandeloos.’ (p. 93). Een ander citaat: ‘Die klas is uniek. Zo
een heb ik nog nooit kunnen vormen, vóór deze.’ (p.92).
Je kunt dat ook afleiden uit de anagrammen die hij gebruikt:
E.O. Bint is een anagram voor Benito, de voornaam van Mussolini. Een paar
andere voorbeelden van anagrammen zijn To Delorm, wat voor Delorme staat.
Delorme was een vrouw waar Mussolini een verhouding mee had en een leerling uit
‘de hel’ genaamd Smeurts, wat een anagram is voor Mussert, de leider van de
NSB.
Bint wil ‘maatschappelijke reuzen’ maken: ‘Ik wil een kweek
van reuzen kweken, niet wetenschappelijk, maar maatschappelijk. Het opgroeiend
geslacht zal later zeggen: “die was van de school van Bint.”’ (p. 129-130)
Exponent van Nieuwe Zakelijkheid?
De meeste van de door mij genoemde kenmerken van Nieuwe
Zakelijkheid zijn terug te vinden in Bint. Bint is op een nuchtere en
afstandelijk manier geschreven. Toch gebruikt Bordewijk vaak stijlkenmerken die
eigenlijk niet thuis horen bij de Nieuwe Zakelijkheid. Een voorbeeld hiervan is
een metafoor die al in de eerste alinea van het boek staat: ‘De Bree zijn
denken was hoekig en nors. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De
wind danste lomp om de hoeken. De boerse reuzin viel over hem met de volle
vracht van natte kleren. De Bree kampte even. Dit was een voorpostgevecht. Hij
wist ongeveer waar hij heen ging. Hij had er van gehoord.’ Volgens de regels
van de Nieuwe Zakelijkheid had hij moeten schrijven: ‘Op een novemberochtend
fietste De Bree door de regen met tegenwind.’ Zijn beschrijving is eigenlijk te
bloemrijk. Ook vind ik dat er iets te veel gevoel in wordt getoond.
Ik vind dat Bint aan voldoende kenmerken voldoet om het te
kunnen rekenen tot de Nieuwe Zakelijkheid. Vooral de betrokkenheid bij de
maatschappij vind ik doorslaggevend. Bordewijk laat goed zien waar de
samenleving uit zijn tijd naartoe op weg was en hij beschrijft dat in Bint op
een manier die de stijlkenmerken vertoont van de Nieuwe Zakelijkheid.
donderdag 19 juni 2014
Red ons Maria Montanelli door Herman Koch
Titel : Red ons Maria Montanelli
Auteur : Herman Koch
Uitgeverij : Meulenhoff Nederland bv, Amsterdam, 1989, 1e Druk
Aantal bladzijden : 145 bladzijden
Genre: Roman, satirische monoloog
Uitgeverij : Meulenhoff Nederland bv, Amsterdam, 1989, 1e Druk
Aantal bladzijden : 145 bladzijden
Genre: Roman, satirische monoloog
Korte samenvatting:
Een naamloze ik-persoon woont in veel te nette buurt. Hij gaat, net als de meeste kinderen daar, naar het Montanelli lyceum om de hoek. Hij heeft een uitgesproken hekel aan de manier van doen op die school. Het gaat hem allemaal veel te zoetsappig. De haat is wederzijds, op zijn verslagen staat altijd wel wat over zijn slechte houding. Toch gaat hij over, wat vooral te danken is aan de dood van zijn moeder, de leraren hebben het met hem te doen.
Op een dag komt er een zwakbegaafde leerling op school, Jan Wildschut. De verteller heeft meteen een hekel aan de jongen. Volgens hem doet hij zich veel dommer voor dan hij eigenlijk is. Daardoor krijgt hij nooit straf van de leraren, die er alles aan doen om het Jan naar zijn zin te maken.
De hele school gaat op werkweek, de verteller en Jan dus ook. Ze gaan fietsen. Als ze op een dag over een brug fietsen, gaan de verteller en zijn vrienden op de railing staan. Jan komt erlangs, en doet het ook. Maar Jan is motorisch niet helemaal goed, en hij stort naar beneden, het ijskoude water in. Daar verdrinkt hij.
De verteller en zijn vrienden worden van school afgestuurd.
Een naamloze ik-persoon woont in veel te nette buurt. Hij gaat, net als de meeste kinderen daar, naar het Montanelli lyceum om de hoek. Hij heeft een uitgesproken hekel aan de manier van doen op die school. Het gaat hem allemaal veel te zoetsappig. De haat is wederzijds, op zijn verslagen staat altijd wel wat over zijn slechte houding. Toch gaat hij over, wat vooral te danken is aan de dood van zijn moeder, de leraren hebben het met hem te doen.
Op een dag komt er een zwakbegaafde leerling op school, Jan Wildschut. De verteller heeft meteen een hekel aan de jongen. Volgens hem doet hij zich veel dommer voor dan hij eigenlijk is. Daardoor krijgt hij nooit straf van de leraren, die er alles aan doen om het Jan naar zijn zin te maken.
De hele school gaat op werkweek, de verteller en Jan dus ook. Ze gaan fietsen. Als ze op een dag over een brug fietsen, gaan de verteller en zijn vrienden op de railing staan. Jan komt erlangs, en doet het ook. Maar Jan is motorisch niet helemaal goed, en hij stort naar beneden, het ijskoude water in. Daar verdrinkt hij.
De verteller en zijn vrienden worden van school afgestuurd.
Het lukte mij niet me te registreren op www.samenvattingen.com
Mijn verwachting
Ik ben het boek gaan lezen, omdat wij ooit in de les een fragment hadden gelezen uit dit boek van Koch en ik daardoor zeer nieuwsgierig was naar het verdere verloop van het bverhaal. Daarbij heeft een vriendin van mij, terwijl ik een boek aan het uitzoeken was, dit boek ook aangeraden. Ik verwachtte dat het boek 'Red ons Maria Montanelli' een psychologische roman zou zijn, waarin de ontwikkelingen en de gedachten van de hoofdpersoon goed in zouden worden uitgewerkt. Ook verwacht ik tevens antwoord op de vraag hoe de zwakbegaafde jongen om het leven was gekomen.
Motieven
Het gevoel dat steeds terug komt in het verhaal is de afschuw van de hoofdpersoon voor zijn eigen milieu of omgeving. Alles wordt afgekraakt, uitgescholden en/of met de grond gelijk gemaakt. Zoals zijn school, maar ook zijn buurt, zijn ouders, de leraren op zijn school en de zwakzinnige jongen. Hij blijft maar door satiren.
De herhaling van de veel voorkomende tragediën in het leven van de hoofdpersoon zijn essentieel en hebben ook hun invloed op het hierboven genoemde gevoel van de hoofdpersoon. Zijn vader gaat vreemd, zijn moeder gaat dood en dan wordt hij ook nog is geconfronteerd met een zwakbegaafde jongen die zich veel dommer voordoet dan hij werkelijk is.
De herhaling van de veel voorkomende tragediën in het leven van de hoofdpersoon zijn essentieel en hebben ook hun invloed op het hierboven genoemde gevoel van de hoofdpersoon. Zijn vader gaat vreemd, zijn moeder gaat dood en dan wordt hij ook nog is geconfronteerd met een zwakbegaafde jongen die zich veel dommer voordoet dan hij werkelijk is.
Thema
Het thema is een satirisch monoloog van de hoofdpersoon op alles wat betrekking op hem heeft, zijn gehele omgeving. Waarna hij uiteindelijk toch ondanks zijn gescheld op alles juist door deze leraren, ouders, vrienden en vijanden zelf ook een product van zijn verfoeide milieu is.
Het thema is een satirisch monoloog van de hoofdpersoon op alles wat betrekking op hem heeft, zijn gehele omgeving. Waarna hij uiteindelijk toch ondanks zijn gescheld op alles juist door deze leraren, ouders, vrienden en vijanden zelf ook een product van zijn verfoeide milieu is.
Beoordeling
De schrijfstijl is goed. Duidelijk, fel en makkelijk te begrijpen. Het verhaal wordt verteld van uit de ogen van een puber en dat is dan ook niet lastig of ingewikkeld om te begrijpen. Daarbij geeft het ook een idee van de manier van denken en praten van de hoofdpersoon.
'Van die opgefokte menopauzekoppen waar je werkelijk schele hoofdpijn van krijgt als je dat te lang aan moet zien hoe ze in hun dure bontjassen hun eigen weerzinwekkende spiegelbeeld in de etalageruiten lopen te bewonderen, of van die te dikke of juist veel te dunne mannen die daar in hun maatpakken ook een beetje gezellig lopen te winkelen of ze niks beters te doen hebben.'
Ruimte
Ruimte
De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt is erg belangrijk voor het verhaal. De omgeving heeft namelijk grote invloed op het doen en laten van de hoofdpersoon. De omschrijving van de buurt, de school en zijn huis alles wordt vanuit zijn oogpunt perfect beschreven en je ziet en begrijpt daardoor wat je hoofdpersoon wil vertellen met dit verhaal. Je bent wel bevooroordeeld, want misschien kijkt een ander naar deze omgeving met hele andere ogen. Maar dat maakt de omschrijving van de ruimte juist nog belangrijker.
Personages
Naast de ruimte waarin de hoofdpersoon leeft, hebben ook de mensen in deze ruimte een grote invloed op zijn doen en laten. Daarom zijn ook die beschrijvingen van grote waarde om je in de wereld ,waarin de hoofdpersoon leeft, in te leven. De manier waarop hij naar zijn ouders kijkt, zijn buren, zijn de leraren, zijn vrienden en vijanden wordt daarom extra perfect beschreven. Dit maakt het boek erg levendig.
Naast de ruimte waarin de hoofdpersoon leeft, hebben ook de mensen in deze ruimte een grote invloed op zijn doen en laten. Daarom zijn ook die beschrijvingen van grote waarde om je in de wereld ,waarin de hoofdpersoon leeft, in te leven. De manier waarop hij naar zijn ouders kijkt, zijn buren, zijn de leraren, zijn vrienden en vijanden wordt daarom extra perfect beschreven. Dit maakt het boek erg levendig.
Eindoordeel
In het boek geeft Herman Koch zijn mooie omschrijvingen van personages, maar naar mijn mening te diepgaand. Dat maakt het boek niet zo aantrekkelijk om te lezen. Ik neem als voorbeeld wat hij verteld over zijn moeder. Er wordt wat extra informatie gegeven over zijn moeder en vervolgens wordt er uitgebreid vertel over de vakantie bij zijn oom en tante beide vind ik te langdradig.
'[...] Je krijgt er niets voor terug, vooral die kennis zeker niet van dat soort waar oom Frits zijn 'rijke leven' op gebaseerd had. [...]' blz. 72
Tevens is het boek totaal niet spannend en is het erg saai. De enige spanning die ervoor zorgt dat je verder leest komt doordat je wil weten hoe de zwakbegaafde jongen om het leven is gekomen en wat de hoofdpersoon met die gebeurtenis te maken heeft. De enige andere scene die mij ook aan sprak was zijn gesprek net de psycholoog, helaas bleek deze een paar bladzijde later overleden te zijn.
'Ik mocht dus voorlopig weer alleen verder tobben, het enige dat als een paal boven waterstond, was dat Van Dussen de grote geheimen van mijn leven met zich mee het graf in had genomen.'
Ten slote vond ik het niet zo'n leuk boek om dat de hoofdpersoon bijna alleen maar negatief is. Ik vind het niet zo leuk om een uur achter elkaar alleen maar te lezen hoe iemand iets of iemand anders afzeikt. Ik zou nu dus haast het hele boek kunnen citeren maar ik kies voor dit stukje omdat dit meteen de toon zet voor het hele boek.
'Het verhaal dat ik wil vertellen gaat over de zwakbegaafde jongen. Hij heette Jan Wildschut, wat precies de goede naam is voor iemand van wie het hoofd niet helemaal in orde is. [...] Dat je zin had om er eens flink op te timmeren, mm net zo lang met je vuisten op stompzinnige gezicht te beuken totdat het zou gaan krijsen en grienen.' blz. 7
Verwachtingen
Het boek 'Red ons Maria Montanelli' voldeed niet aan mijn verwachtingen, want ik vond het einde een nog al grote teleurstelling. Mijn nieuwsgierigheid naar de dood van zwakbegaafde jongen was de enige reden dat ik het boek heb uitgelezen. Helaas was zijn dood alleen maar een ongeluk waar de hoofdpersoon vrij weinig mee te maken had. Ik vond het niet veel toevoegen. Daarbij vond ik het boek nogal saai en was er totaal geen spanning die had ik wel verwacht. Ook maakte de hoofdpersoon niet zo'n hele grote persoonlijke ontwikkeling door als ik had verwacht. Wat ik ook niet had verwacht was dat hele boek eigenlijk een groot onophoudend gezeur is op zijn leven.
Bron
maandag 2 juni 2014
Muziek opdracht Max Havelaar
Klassieke muziek
Klassieke muziek is de geschoolde muziek, vaak
geproduceerd door de westerse kerkelijke- en wereldlijke muziektradities.
De benaming klassieke muziek wordt wel als een synoniem
voor kunstmuziek of serieuze muziek gebruikt, als tegenstander van de
hedendaags populaire muziek en volksmuziek. Klassieke muziek is niet alleen
serieus bedoeld. Ook wordt het gebruikt voor onderwijs, plezier, dans en
muzikaal theater.
https://www.youtube.com/watch?v=qVn2YGvIv0w
Barokke muziek (1600-1750)
Rond 1600 verandert in minder dan vijf jaar tijd de stijl
van de gecomponeerde muziek. De monodie en de harmonie kom je steeds vaker
tegen. In deze periode worden ook de meeste moderne muziekinstrumenten uitgevonden:
de strijkinstrumenten en de blaasinstrumenten. Tot de belangrijkste componisten
worden gerekend: Claudio Monteverdi, Dietrich Buxtehude, Johann Pachelbel,
Antonio Vivaldi, Georg Friedrich Händel en Johann Sebastian Bach.
De barok wordt over het algemeen geacht te eindigen met
de dood van Bach in 1750
Johann Sebastian Bach was een Duitse componist van
barokmuziek, organist, klavecinist, violist, muziekpedagoog en dirigent. Hij
wordt door de meeste muziekwetenschappers gezien als een van de grootste en
invloedrijkste componisten uit de geschiedenis vanwege zijn vindingrijkheid waarmee
hij melodie, harmonie en ritme, maar ook verschillende muziekstijlen uit zijn
tijd en dansvormen combineerde, wat inspiratie was voor vele andere schrijvers.
Aan het eind van zijn leven schreef Bach Die Kunst der
Fuge, bestaande uit veertien fuga's (die Bach zelf 'Contrapuncti' noemde) en
vier canons, alle op hetzelfde thema gebaseerd.
Bach heeft dat werk niet kunnen afmaken: het werk is ons
onvolledig overgeleverd, maar de vraag is gesteld of Bach het werk niet heeft
kunnen afmaken doordat hij stierf of dat het ontbrekende deel simpelweg
verloren is geraakt.
Romantiek (1815-1910)
In de romantische periode van de klassieke muziek maken
componisten steeds grotere composities met steeds meer noten, moeilijkere
ritmes en steeds complexere harmonische probeersels. Ze gebruiken veel en
vreemde, niet eerder toegepaste muziekinstrumenten. Er is veel drama en emotie
te horen. Alles draait om wat mensen voelen, fantasie en de natuur.
Barokmuziek is een vorm van westerse klassieke muziek,
ontstaan tijdens de barokperiode. Het begin ervan ligt in de late 16e-eeuwse
revolte tegen polyfonie, die aanleiding gaf tot het ontstaan van het begeleid
recitatief en de opera.
Als stijl was het de opvolger van de Renaissancemuziek.
Geleidelijk aan maakte de stile antico, de universele polyfone stijl van de 16e
eeuw met meestal gewijde muziek, plaats voor de stile moderno of nuove musiche,
bedoeld voor materialistisch gebruik. De periode waarin vooral barokmuziek werd
gecomponeerd, wordt geplaatst tussen 1600 (de opkomst van de monodie, onder
andere door Monteverdi) en 1750.
Ludwig
van Beethoven was een Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. Zijn
stijl sluit aan op die van Wolfgang Amadeus Mozart en Joseph Haydn, waardoor
hij vaak tot de Eerste Weense School wordt gerekend. Hij bracht het classicisme
tot voltooiing en bereidde de weg voor de romantiek. Beethoven wordt als een
van de belangrijkste en meest invloedrijke componisten beschouwd; zijn œuvre
heeft een overheersende invloed gehad op de negentiende-eeuwse muziek.
Für Elise is de naam voor de Bagatelle
nr. 25 in a mineur, voor piano door Ludwig
van Beethoven,
geschreven in 1810.
https://www.youtube.com/watch?v=CYgnwYDvmDI
vrijdag 9 mei 2014
Opdracht Apenland
Opdracht literatuur
Dit was nu al de derde keer dat ze voorbij reden. Ik hield
me schuil in het schapenschuurtje dat ongeveer 50 meter van het bijbehorende
huis lag. Je hoort steeds vaker verhalen over voortvluchtigen. Tegenwoordig
wordt social media zoals Twitter en Facebook zelfs ingezet om deze persoon zo
snel mogelijk te vinden. Als ik die berichten voorbij zag komen scrolde ik ze
vaak snel weer door, aangezien het me vrij weinig interesseerde. Ik had echter
nooit gedacht dat ik zou hopen dat iedereen zo zou denken over die berichten.
Ik had nooit gedacht dat ik ooit voortvluchtige zou zijn. En nu ik dat ben weet
ik absoluut niet hoe ik dat moet zijn. Ik leunde tegen het oude, natte hout en
schrok van het gekraak. Ik dacht diep na en besefte me dat ik niets anders kon
doen dan weggaan. Hoe langer ik in dit oude, trouwens best stinkende, hok zou
blijven zitten, hoe eerder ze me zouden vinden. Ik wachtte nog 5 minuten en
toen ik vrijwel zeker wist dat de politie wagen weg was, verdween ik in de
nacht. Het enige dat ik bij me had was mijn portemonnee. Mijn telefoon had ik
in het schuurtje achtergelaten, aangezien ik wist dat ze me daarmee zouden
kunnen opsporen. Ik liep langs weilanden en koos de donkerste weggetjes die ik
kon vinden. Ik liep langer dan mijn voeten aankonden. Uiteindelijk kon ik niet
anders dan rusten en besteedde mijn laatste energie aan het klimmen in een
wagen vol met hooi en stro op een verlaten boerderij. Beseffende dat dit niet
de allerhandigste verstopplek was viel ik in slaap.
Ik droomde van wat me die dag gebeurd was. Over hoe dit ooit
kon gebeuren. Ik wist niet dat hij zo ver zou gaan. Ik droomde van onze
ontmoeting, de eerste kus en hoe we plannen maakte over onze toekomst. Over hoe
ik hem mijn geheimen vertelde en hem me zo goed liet leren kennen. Hoe
onschuldig was onze relatie wel niet in de eerste paar maanden. Ik had dan ook
niet verwacht dat hij zo zou veranderen na een half jaar. Het begon met kleine
dingetjes zoals dat ik hem betrapte dat hij mijn telefoon doorlas en al snel zat
ik vast aan iemand die me bijna dood claimde. Na de ergste ruzie heb ik mijn
spullen gepakt en ben ik weggegaan. Ik checkte in bij een motel. De volgende
middag zette ik de tv aan voor het nieuws en zag de opsporingsoproep.
‘’verdacht van moord’’ stond in grote letters boven mijn foto.
Ik schrok wakker. Het duurde een paar tellen voordat ik
besefte waar ik was en wat er was gebeurd. Ik bemerkte dat de wagen waar ik nog
in lag aan het rijden was. Voorzichtig stak ik mijn hoofd boven de berg stro
uit en tot mijn verbazing zag ik dat deze wagen terug was gereden naar mijn
dorpje. Ik stapte snel uit en dacht dat mijn vluchtpoging voorbij was. Mensen
keken me aan alsof ze een spook zagen. Zij keken echter alleen zo, omdat ze net
iemand uit een wagen stro zagen stappen. Ik werd niet herkend als een
moordenaar. Verward liep ik een cafétje binnen en bestelde een koffie. Ik nam
mijn koffie mee samen met de telegraaf die op de bar lag. Ik bladerde de krant
gehaast door en er was inderdaad niks te vinden over mij of een moord die was
gepleegd. Het nieuws kwam me echter wel bekend voor en toen ik de datum van de
krant checkte was deze dan ook 8 maanden eerder. Een beetje van de schrik
bekomen dronk ik mijn koffie terwijl ik nadacht. Vervolgens kwam er iemand
binnen, waardoor ik mijn koffie bijna uitspuwde. Hij was het. De man met wie ik
een relatie aanging en die me vervolgens om me op te sporen beschuldigde van
moord. Wat mogelijk was, omdat hij bij de politie werkte. Ik kon mijn ogen niet
van hem afhouden en dat merkte hij. Toen hij zijn meeneem koffie had gekregen,
keek hij me aan, lachte vriendelijk en ik zag dat hij naar me toe wilde lopen, net
als die eerste keer. Met veel moeite wendde ik mijn blik af en richtte mijn
ogen weer op de krant. Ik hoopte dat hij deze keer niet naar me toe zou komen
en weg zou lopen. Hij begreep de boodschap en liep weg, het café uit. Ik was
nog nooit zo opgelucht geweest. Plotseling werd alles wazig voor mijn ogen, de
kamer draaide en uiteindelijk zag ik niets meer. Toen mijn zicht weer terug
kwam zat ik in hetzelfde café, met dezelfde koffie alleen een andere krant. Ik
was weer terug in mijn oude tijd. Ik bladerde zo snel als ik kon de krant door.
Tot mijn grootste opluchting zag ik nergens een opsporingsbericht met mijn
foto. En van de man voor wie ik zo bang was, was ook geen spoor te bekennen.
Les: tweede kansen bestaan, leef bewust en maak goed
overdachte keuzes.
Einde
woensdag 22 januari 2014
Boekverslag Grip
Grip van
Stephan Enter
Jeroen van Eijk, Amber Liqui
Lung en Annabel van der Horst
Onze verwachtingen van dit boek waren erg goed. Dit komt
doordat Meneer Kroon had verteld dat het boek vorig jaar erg in de smaak viel.
De structuur die hij vertelde, namelijk de zogenaamde “puzzel structuur” stond
ons erg aan. Hierdoor hadden we verwacht dat het boek heel spannend zou zijn
tot de laatste regel.
Titelverklaring
De titel ´Grip´ verwijst vooral naar de inhoud van het
verhaal. De personages proberen grip te krijgen op hun leven. Ze maken allemaal
keuzes in hun leven zoals het feit dat Vincent Lotte afwijst. Grip past natuurlijk ook goed bij het feit
dat het verhaal over bergbeklimmers gaat. Hoeveel houvast krijgen de klimmers
op hun berg? De laatste verklaring zou kunnen zijn hoeveel grip wij, lezers, op
het boek kunnen krijgen. Er zitten een hoop open plekken in het boek,
puzzelstukjes die wij zelf moeten kunnen plaatsen.
Perspectief, setting
, open plekken etc.
Het boek is opgedeeld in vier delen. Deel 1 en 3 bestaan uit
acht hoofdstukken en deel 2 en 4 slechts uit 1 hoofdstuk. Alle delen zijn
geschreven uit een personaal perspectief, oftewel er wordt gepraat in de derde
persoon en de verteller staat een beetje op de achtergrond. Slechts aan het
begin van deel 1 wordt een beetje commentaar geleverd door de verteller. In
deel 1 kijk je door Paul van Woerdens ogen en in deel 2 door die van Martin
Beers. In deel 3 kijk je door Vincent Voogd zijn ogen, dit deel is specialer
omdat je er pas later achter komt dat het om Vincent gaat. Tenslotte kijk je in
deel 4 weer door de ogen van Paul van Woerden. De vertelde tijd is uiteindelijk
ongeveer 2 dagen. Het lijkt echter een stuk langer, door alle herinneringen en
flashbacks van de personages.
Het eerste deel speelt zich af in verschillende treinen. Het
gaat over de reis van Paul en Vincent naar Martin en Lotte toe voor de reünie.
Het tweede deel speelt zich af in de bus. Het gaat over de reis van Martin en
zijn dochtertje Fiona. Zij zijn onderweg om Martin en Vincent op te halen. Hier
krijg je te maken met Martin’s herinneringen. Het derde deel speelt zich af in
de trein, op de stationshal van Swansea, in de bus en op “land”. Hier krijg je
te maken met de herinneringen en gedachtes van Vincent. In deel vier “loop” je
mee met Paul die onderweg is naar het dorpje waar hij Lotte tegen zou komen.
De 3 grootste open plekken zijn door het verhaal heen toch
wel; Wat is er gebeurt met Lotte op de Lofoten (ontstaan in deel 1, op
teruggekomen in deel 4)? Als het slechts een ongeluk was, waarom zou ze dan zo
nadrukkelijk tegen Paul zeggen dat hij moet zeggen dat het een ongeluk was? Zal
Martin ooit van Lotte gaan houden (ontstaan in deel 2)? Overleeft Vincent de
beklimming van de “rots” (ontstaan in deel 3)? Op al deze vragen krijg je
helaas geen antwoord.
Personages
Paul van Woerden is 40 jaar en doet niet veel in het leven.
Hij komt uit een rijke familie en beheert zelf een trustfonds. Hij kijkt op
tegen Vincent, die alles heel makkelijk af lijkt te gaan. Hij komt het meest
tevreden over van de 4 vrienden. Hij is gelukkig in Wales en hoeft eigenlijk
niet zoveel spanning in zijn leven. Hij is degene die Lotte redde toen ze viel
in een bergspleet.
Vincent Voogd is ook 40. Hij komt het meest avontuurlijk
over, maar heeft een ander zelfbeeld. Hij
heeft moeite met het “binden aan mensen”. Zo heeft hij Lotte, zijn grote
liefde, afgewezen. Hij wil geen kinderen, vind zijn baan in Japan een mislukte
actie en heeft eigenlijk geen ‘grip’ op het leven.
Martin Beers is iets ouder dan de rest en heeft een beetje
een minderwaardigheidscomplex waardoor hij alles wilt organiseren. Hij is
opgegroeid in een heel ander gezin dan de rest, maar van allemaal is hij wel de
meest gemotiveerde. komt uit een heel ander milieu. Hij is getrouwd met Lotte
en heeft een dochtertje Fiona, maar houd eigenlijk nog niet Lotte.
Lotte de Greve, ook 40, komt zelf niet aan het woord in het
verhaal. We kennen haar uit de verhalen van Martin, Vincent en Paul. We weten
zo dat ze zelfstandig, soms vreemd is en ook fel uit de hoek kan komen. In
Lofoten vertelde ze haar beste vriend Vincent over haal verliefdheid voor hem.
Als ze dan wordt afgewezen, wordt ze erg boos en trouwt de eerst volgende die
‘wilt’. Dit is dan Martin.
Thema’s en motieven
Het belangrijkste thema in het boek, wat ook terug komt in
de titel, is het grip krijgen op je leven. Hier draait het grootste deel van
het boek eigenlijk om. Het op een rijtje krijgen van gebeurtenissen, keuzes
maken in het leven etc. Het beklimmen van de bergen staat dan ook
hoogstwaarschijnlijk voor de moeilijke momenten in je leven.
Enkele belangrijke motieven die in het hele boek terugkomen
en een grote rol spelen zijn: het maken
van keuzes (Vincent kiest niet voor een relatie met Lotte), vriendschap,
herinneringen, onsterfelijkheid, liefde, dapperheid en reizen. Lotte zou je
eigenlijk ook een motief kunnen noemen, want zij komt in de herinnering van
alle drie de jongens voor.
Uitkomst
verwachtingen en oordeel
Onze verwachtingen zijn niet geheel uit gekomen. We vonden het
boek op sommige momenten tegenvallen. Het is helemaal niet continu spannend,
maar op sommige zeer langdradig. Wat we wel erg goed vonden, is dat alles zeer
realistisch is geschreven. Alle gebeurtenissen die plaatsvinden in het verhaal,
zouden zo in de realiteit kunnen gebeuren. De gedachtes en herinneringen
versterken dit gevoel van “echtheid”. Door het zeer gedetailleerd vertellen van
deze gedachtes, leerde je de personages ook beter kennen. Hierdoor kon je je
goed met hen. De structuur op de manier van de “puzzel” is leuk gekozen, alleen
vallen bij ons alle drie niet echt de puzzelstukjes in elkaar. Toch is het feit
dat je steeds door iemands anders ogen kijkt wel leuk, zo wordt het wat minder
eentonig. Alleen zoals we al eerder zeiden, had het wat minder identificeren langdradig
mogen zijn soms.
Persoonlijke deel
De discussie is prima verlopen. Er is nul ruzie geweest,
alleen moeten we de volgende keer misschien iets beter afspreken wie wat doet.
De meningen kwamen echter wel overeen, dit was wel fijn en bespaarde ons een
hoop tijd. Ik vond het wel echt moeilijk om dit boek te lezen. Ik had het idee
dat hij over een steen al 3 bladzijdes schreef en dat irriteerde mij mateloos.
Het was jammer dat we alle drie het boek niet helemaal snapten, waardoor ik het
plaatje van het verhaal nog steeds niet compleet heb. Het boek kwam uit niveau
4 en in ieder geval is dit boek blijkbaar nog te moeilijk voor mij, ik vond het
vaak echt lastig door te gaan met lezen.
Abonneren op:
Posts (Atom)