Opdracht literatuur
Dit was nu al de derde keer dat ze voorbij reden. Ik hield
me schuil in het schapenschuurtje dat ongeveer 50 meter van het bijbehorende
huis lag. Je hoort steeds vaker verhalen over voortvluchtigen. Tegenwoordig
wordt social media zoals Twitter en Facebook zelfs ingezet om deze persoon zo
snel mogelijk te vinden. Als ik die berichten voorbij zag komen scrolde ik ze
vaak snel weer door, aangezien het me vrij weinig interesseerde. Ik had echter
nooit gedacht dat ik zou hopen dat iedereen zo zou denken over die berichten.
Ik had nooit gedacht dat ik ooit voortvluchtige zou zijn. En nu ik dat ben weet
ik absoluut niet hoe ik dat moet zijn. Ik leunde tegen het oude, natte hout en
schrok van het gekraak. Ik dacht diep na en besefte me dat ik niets anders kon
doen dan weggaan. Hoe langer ik in dit oude, trouwens best stinkende, hok zou
blijven zitten, hoe eerder ze me zouden vinden. Ik wachtte nog 5 minuten en
toen ik vrijwel zeker wist dat de politie wagen weg was, verdween ik in de
nacht. Het enige dat ik bij me had was mijn portemonnee. Mijn telefoon had ik
in het schuurtje achtergelaten, aangezien ik wist dat ze me daarmee zouden
kunnen opsporen. Ik liep langs weilanden en koos de donkerste weggetjes die ik
kon vinden. Ik liep langer dan mijn voeten aankonden. Uiteindelijk kon ik niet
anders dan rusten en besteedde mijn laatste energie aan het klimmen in een
wagen vol met hooi en stro op een verlaten boerderij. Beseffende dat dit niet
de allerhandigste verstopplek was viel ik in slaap.
Ik droomde van wat me die dag gebeurd was. Over hoe dit ooit
kon gebeuren. Ik wist niet dat hij zo ver zou gaan. Ik droomde van onze
ontmoeting, de eerste kus en hoe we plannen maakte over onze toekomst. Over hoe
ik hem mijn geheimen vertelde en hem me zo goed liet leren kennen. Hoe
onschuldig was onze relatie wel niet in de eerste paar maanden. Ik had dan ook
niet verwacht dat hij zo zou veranderen na een half jaar. Het begon met kleine
dingetjes zoals dat ik hem betrapte dat hij mijn telefoon doorlas en al snel zat
ik vast aan iemand die me bijna dood claimde. Na de ergste ruzie heb ik mijn
spullen gepakt en ben ik weggegaan. Ik checkte in bij een motel. De volgende
middag zette ik de tv aan voor het nieuws en zag de opsporingsoproep.
‘’verdacht van moord’’ stond in grote letters boven mijn foto.
Ik schrok wakker. Het duurde een paar tellen voordat ik
besefte waar ik was en wat er was gebeurd. Ik bemerkte dat de wagen waar ik nog
in lag aan het rijden was. Voorzichtig stak ik mijn hoofd boven de berg stro
uit en tot mijn verbazing zag ik dat deze wagen terug was gereden naar mijn
dorpje. Ik stapte snel uit en dacht dat mijn vluchtpoging voorbij was. Mensen
keken me aan alsof ze een spook zagen. Zij keken echter alleen zo, omdat ze net
iemand uit een wagen stro zagen stappen. Ik werd niet herkend als een
moordenaar. Verward liep ik een cafétje binnen en bestelde een koffie. Ik nam
mijn koffie mee samen met de telegraaf die op de bar lag. Ik bladerde de krant
gehaast door en er was inderdaad niks te vinden over mij of een moord die was
gepleegd. Het nieuws kwam me echter wel bekend voor en toen ik de datum van de
krant checkte was deze dan ook 8 maanden eerder. Een beetje van de schrik
bekomen dronk ik mijn koffie terwijl ik nadacht. Vervolgens kwam er iemand
binnen, waardoor ik mijn koffie bijna uitspuwde. Hij was het. De man met wie ik
een relatie aanging en die me vervolgens om me op te sporen beschuldigde van
moord. Wat mogelijk was, omdat hij bij de politie werkte. Ik kon mijn ogen niet
van hem afhouden en dat merkte hij. Toen hij zijn meeneem koffie had gekregen,
keek hij me aan, lachte vriendelijk en ik zag dat hij naar me toe wilde lopen, net
als die eerste keer. Met veel moeite wendde ik mijn blik af en richtte mijn
ogen weer op de krant. Ik hoopte dat hij deze keer niet naar me toe zou komen
en weg zou lopen. Hij begreep de boodschap en liep weg, het café uit. Ik was
nog nooit zo opgelucht geweest. Plotseling werd alles wazig voor mijn ogen, de
kamer draaide en uiteindelijk zag ik niets meer. Toen mijn zicht weer terug
kwam zat ik in hetzelfde café, met dezelfde koffie alleen een andere krant. Ik
was weer terug in mijn oude tijd. Ik bladerde zo snel als ik kon de krant door.
Tot mijn grootste opluchting zag ik nergens een opsporingsbericht met mijn
foto. En van de man voor wie ik zo bang was, was ook geen spoor te bekennen.
Les: tweede kansen bestaan, leef bewust en maak goed
overdachte keuzes.
Einde
Geen opmerkingen:
Een reactie posten