vrijdag 17 oktober 2014

Leesverslag 'Bint'

Titel: Bint
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Druk: drieëndertigste gecorrigeerde druk uit 2012
Eerste uitgave: 1934 bij De Gemeenschap in Utrecht
Pagina’s: 109
Genre: Novelle, Psychologische roman

Samenvatting:
Aan het begin van een nieuw schooljaar, rond het jaar 1934, begint meneer De Bree op een school als docent Nederlands. Meneer De Bree gaat aan vier verschillende klassen les geven, waarbij in alle vier de klassen de leerlingen zich verschillend gedragen. Meneer De Bree moet ook de meest beruchte klas, klas 4D, les geven. Deze klas staat bekend om zijn brutale en drukke leerlingen die niet op hun mondje gevallen zijn. Het is echter wel de favoriete klas van meneer Bint, aangezien ze de vorige docent Nederlands hebben weggepest.
Meneer De Bree vindt het erg fijn dat er onder strenge omstandigheden les wordt gegeven op school. Hij pakt zijn eigen klassen dan ook erg streng aan om te laten weten wie de baas is. Zijn manier van lesgeven blijkt al snel te werken: alle leerlingen uit alle vier de klassen luisteren netjes naar hem. Toch vinden de meeste leerlingen het naar om onder de strenge omstandigheden van meneer De Bree te werken. Ze vinden hem te streng, te boos en te afstandelijk. Op een gegeven moment vragen de leerlingen zelfs of hij vrede wil sluiten in de klas, zodat het iets gezelliger wordt. Aangezien meneer De Bree overtuigd is van zijn manier van les geven, gaat hij daar niet mee akkoord. Hij zal altijd zo streng en afstandelijk les geven zoals hij nu doet.
Een leerling, Van Beek, heeft tegenover het docententeam gedreigd met zelfmoord als hij een onvoldoende krijgt voor zijn schoolwerk. Tijdens een rapportvergadering komt dit ter sprake en het docententeam vindt dat Van Beek onvoldoende gewerkt heeft om een voldoende te krijgen. Van Beek wordt dus beoordeeld met een onvoldoende. Als Van Beek dit te horen krijgt pleegt hij eventjes later zelfmoord. De directeur Bint heeft hier gemengde gevoelens bij: hij wilde niet ingaan op het dreigement, maar is tegelijkertijd ook bang dat de zelfmoord van een leerling voor een hoop problemen zorgt.
Rond Pasen gaan de leerlingen met docenten op hun jaarlijkse schoolreisje. Ze reizen via Bergen op Zoom af naar België, en vervolgens naar Noord-Frankrijk.  Omdat een collega van meneer De Bree vader geworden is, moet meneer De Bree ineens mee op schoolreisje. Hij krijgt de taak om op de helft van de beruchte klas 4D letten. Onder het strenge regime van meneer De Bree verloopt het schoolreisje met klas 4D erg goed.
Nadat de leerlingen en docenten weer terug zijn op school, vraagt Bint aan meneer De Bree of hij nog een jaar langer op school les wil geven. Meneer De Bree was in de eerste instantie van plan om maar een jaartje les te geven. In de eerste instantie zegt meneer De Bree dat hij niet meer terug wil komen, maar later als hij thuis zit bedenkt hij zich toch en stuurt hij een briefje naar Bint met de mededeling dat hij toch nog een jaar les wil geven.

Als meneer De Bree het volgende schooljaar vol goede moed weer wil beginnen, blijkt dat Bint verdwenen is. Bint wilde namelijk niet meer langer als directeur op een school werken waar een leerling zelfmoord gepleegd heeft. Een collega, meneer Donkers, is de nieuwe directeur geworden.
Meneer De Bree probeert Bint thuis nog eens op te zoeken, maar keer op keer wordt hij aan de deur geweigerd. Bint doet alsof hij er niet meer is, en wil geen contact meer met anderen.

Verwerkingsopdracht literaire stroming

Kenmerken Nieuwe Zakelijkheid:

·         Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
·         Weinig plaats voor gevoel
·         Geen versieringen of mooischrijverij
·         Korte zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de essentie, reportagestijl
·         Eerbied voor de gewoonste dingen     
·         Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de stad/het zakenleven/de vooruitgang

Toelichting op kenmerken:

Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
‘Zij vertrokken, Bint voor, zij na. De Bree ging naar huis, alleen. Geen twee gingen samen. Bint vergezelde allen.’ (p. 130). Een ander citaat: ‘’Ieder in zijn lokaal,’ zei hij tot de wachtenden in de leraarskamer. ‘Maar geen les en geen woord en geen vrij van twaalf tot twee. De school gaat dicht tot vier.’ Bint stond nu weer aan de deur en ontving de hel. Hij gaf handen. ‘Kerels,’ zei hij alleen.’ (p. 136-137)
Ik vind dat het boek wel een sobere, strakke stijl bevat, maar regelmatig wordt hier nog wel eens van afgeweken, als bijvoorbeeld de schoolreis op de fiets wordt beschreven.

Weinig plaats voor gevoel
‘Jullie kùnt me niet kwaad maken. Jullie zult nooit iets van boosheid zien.’ (p. 96). Dit citaat geeft weer dat De Bree een ijskoude heerser is. Er is dus weinig plaats voor gevoel. Toch toont hij op onder andere pagina 158 wél gevoel en valt hij uit zijn rol van emotieloze leider: ‘Zijn gezicht was wit van woede. Hij smeet de deuren der kamers open. ‘Der uit, op, salamanders,’ bulderde hij. De deur van Schattenekeinder trok hij woest dicht, sloeg er toen tegen met de vuist. ‘Op, op, wezen!’ Hij moest zich toch kalm houden. Hij floot grimmig tussen zijn tanden toen hij de trap afging. In de gelagkamer ijsbeerde hij.’
Bint zegt op pagina 105 het volgende: ‘Er is geen reden iemand te sparen die zelfmoord aankondigt. Waar gaan we heen?’ Een ander voorbeeld van het niet tonen van gevoel staat op pagina 106 wanneer hij tegen de andere leraren zegt: ‘Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich in de leraar, dat het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal worden getuchtigd.’

Geen versieringen of mooischrijverij
Gebeurtenissen en handelingen in het boek worden ‘kaal’ beschreven. Als iemand boos is wordt alleen maar gezegd dat hij boos is, maar echt gevoel wordt er niet bij betrokken. ‘Bint was even naar boven geweest.’ (p. 112): Een andere schrijver had hier uitgebreider beschreven hoe iemand van de begane grond naar de eerste verdieping loopt. Bijvoorbeeld, een beschrijving van de gang, van de trap, van geluiden, van licht. Bordewijk doet dit echter niet, hij schrijf alleen op dat hij naar boven was geweest.


Korte zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de essentie, reportagestijl
Citaat: ‘Hij belde galmend, hij had nog geen sleutel. In de stroeve hal was geen warmte.’ (p.77). Een ander citaat: ‘Het gespuis kwam binnen. Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zo. Hij wenkte de laatste en sloot de deur. Ze zetten zich op hun plaats. De Bree ging het na op de plattegrond. Ze zaten goed. De zeven zaten over de gehele klas verspreid.’ (p. 88). In voorgenoemde zinnen staan voorbeelden van korte zinnen, reportagestijl. Zelf vind ik dit gemakkelijk lezen, want al lezend kun je zo makkelijker je eigen beelden erbij vormen.

Eerbied voor de gewoonste dingen    
Het verhaal speelt zich af op een klein schaalniveau. Het gaat om de school, de leraren, de leerlingen, met name 4C (de hel). Het gaat dus om de gewoonste dingen, bijvoorbeeld een situatie met de conciërge, zoals op pagina 113 is beschreven. Het gaat niet over paleizen enzovoort, het gaat over dingen die je gewoon bijna elke dag tegenkomt.

Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de stad/het zakenleven/de vooruitgang
Bint is voorstander van strenge tucht . De jeugd is volgens hem losgeslagen.
Je zou de manier waarop Bint zijn school organiseert kunnen vergelijken met een totalitaire staat, een fascistisch bewind.
Een citaat hierbij is: ‘Ik eis van ieder: tucht. Ik ben hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is tè bandeloos.’ (p. 93). Een ander citaat: ‘Die klas is uniek. Zo een heb ik nog nooit kunnen vormen, vóór deze.’ (p.92).
Je kunt dat ook afleiden uit de anagrammen die hij gebruikt: E.O. Bint is een anagram voor Benito, de voornaam van Mussolini. Een paar andere voorbeelden van anagrammen zijn To Delorm, wat voor Delorme staat. Delorme was een vrouw waar Mussolini een verhouding mee had en een leerling uit ‘de hel’ genaamd Smeurts, wat een anagram is voor Mussert, de leider van de NSB.
Bint wil ‘maatschappelijke reuzen’ maken: ‘Ik wil een kweek van reuzen kweken, niet wetenschappelijk, maar maatschappelijk. Het opgroeiend geslacht zal later zeggen: “die was van de school van Bint.”’ (p. 129-130)

Exponent van Nieuwe Zakelijkheid?
De meeste van de door mij genoemde kenmerken van Nieuwe Zakelijkheid zijn terug te vinden in Bint. Bint is op een nuchtere en afstandelijk manier geschreven. Toch gebruikt Bordewijk vaak stijlkenmerken die eigenlijk niet thuis horen bij de Nieuwe Zakelijkheid. Een voorbeeld hiervan is een metafoor die al in de eerste alinea van het boek staat: ‘De Bree zijn denken was hoekig en nors. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De wind danste lomp om de hoeken. De boerse reuzin viel over hem met de volle vracht van natte kleren. De Bree kampte even. Dit was een voorpostgevecht. Hij wist ongeveer waar hij heen ging. Hij had er van gehoord.’ Volgens de regels van de Nieuwe Zakelijkheid had hij moeten schrijven: ‘Op een novemberochtend fietste De Bree door de regen met tegenwind.’ Zijn beschrijving is eigenlijk te bloemrijk. Ook vind ik dat er iets te veel gevoel in wordt getoond.


Ik vind dat Bint aan voldoende kenmerken voldoet om het te kunnen rekenen tot de Nieuwe Zakelijkheid. Vooral de betrokkenheid bij de maatschappij vind ik doorslaggevend. Bordewijk laat goed zien waar de samenleving uit zijn tijd naartoe op weg was en hij beschrijft dat in Bint op een manier die de stijlkenmerken vertoont van de Nieuwe Zakelijkheid.

donderdag 19 juni 2014

Red ons Maria Montanelli door Herman Koch

Titel : Red ons Maria Montanelli
Auteur : Herman Koch
Uitgeverij : Meulenhoff Nederland bv, Amsterdam, 1989, 1e Druk
Aantal bladzijden : 145 bladzijden
Genre: Roman, satirische monoloog

Korte samenvatting:

Een naamloze ik-persoon woont in veel te nette buurt. Hij gaat, net als de meeste kinderen daar, naar het Montanelli lyceum om de hoek. Hij heeft een uitgesproken hekel aan de manier van doen op die school. Het gaat hem allemaal veel te zoetsappig. De haat is wederzijds, op zijn verslagen staat altijd wel wat over zijn slechte houding. Toch gaat hij over, wat vooral te danken is aan de dood van zijn moeder, de leraren hebben het met hem te doen.
Op een dag komt er een zwakbegaafde leerling op school, Jan Wildschut. De verteller heeft meteen een hekel aan de jongen. Volgens hem doet hij zich veel dommer voor dan hij eigenlijk is. Daardoor krijgt hij nooit straf van de leraren, die er alles aan doen om het Jan naar zijn zin te maken.
De hele school gaat op werkweek, de verteller en Jan dus ook. Ze gaan fietsen. Als ze op een dag over een brug fietsen, gaan de verteller en zijn vrienden op de railing staan. Jan komt erlangs, en doet het ook. Maar Jan is motorisch niet helemaal goed, en hij stort naar beneden, het ijskoude water in. Daar verdrinkt hij. 
De verteller en zijn vrienden worden van school afgestuurd.

Het lukte mij niet me te registreren op www.samenvattingen.com

Mijn verwachting

Ik ben het boek gaan lezen, omdat wij ooit in de les een fragment hadden gelezen uit dit boek van Koch en ik daardoor zeer nieuwsgierig was naar het verdere verloop van het bverhaal. Daarbij heeft een vriendin van mij, terwijl ik een boek aan het uitzoeken was, dit boek ook aangeraden. Ik verwachtte dat het boek 'Red ons Maria Montanelli'  een psychologische roman zou zijn, waarin de ontwikkelingen en de gedachten van de hoofdpersoon goed in zouden worden uitgewerkt. Ook verwacht ik tevens antwoord op de vraag hoe de zwakbegaafde jongen om het leven was gekomen.

Motieven

Het gevoel dat steeds terug komt in het verhaal is de afschuw van de hoofdpersoon voor zijn eigen milieu of omgeving. Alles wordt afgekraakt, uitgescholden en/of met de grond gelijk gemaakt. Zoals  zijn school, maar ook zijn buurt,  zijn ouders,  de leraren op zijn school en de zwakzinnige jongen.  Hij blijft maar door satiren. 

De herhaling van de veel voorkomende tragediën in het leven van de hoofdpersoon zijn essentieel en hebben ook hun invloed op het hierboven genoemde gevoel van de hoofdpersoon. Zijn vader gaat vreemd, zijn moeder gaat dood en dan wordt hij ook nog is geconfronteerd met een zwakbegaafde jongen die zich veel dommer voordoet dan hij werkelijk is. 

Thema

Het thema is een satirisch monoloog van de hoofdpersoon op alles wat betrekking op hem heeft, zijn gehele omgeving. Waarna hij uiteindelijk toch ondanks zijn gescheld op alles juist door deze leraren, ouders, vrienden en vijanden zelf ook een product van zijn verfoeide milieu is.

Beoordeling

De schrijfstijl is goed. Duidelijk, fel en makkelijk te begrijpen. Het verhaal wordt verteld van uit de ogen van een puber en dat is dan ook niet lastig of ingewikkeld om te begrijpen. Daarbij geeft het ook een idee van de manier van denken en praten van de hoofdpersoon.

'Van die opgefokte menopauzekoppen waar je werkelijk schele hoofdpijn van krijgt als je dat te lang aan moet zien hoe ze in hun dure bontjassen hun eigen weerzinwekkende spiegelbeeld in de etalageruiten lopen te bewonderen, of van die te dikke of juist veel te dunne mannen die daar in hun maatpakken ook een beetje gezellig lopen te winkelen of ze niks beters te doen hebben.'

Ruimte

De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt is erg belangrijk voor het verhaal. De omgeving heeft namelijk grote invloed op het doen en laten van de hoofdpersoon. De omschrijving van de buurt, de school en zijn huis alles wordt vanuit zijn oogpunt perfect beschreven en je ziet en begrijpt daardoor wat je hoofdpersoon wil vertellen met dit verhaal. Je bent wel bevooroordeeld, want misschien kijkt een ander naar deze omgeving met hele andere ogen. Maar dat maakt de omschrijving van de ruimte juist nog belangrijker.  

Personages

Naast de ruimte waarin de hoofdpersoon leeft, hebben ook de mensen in deze ruimte een grote invloed op zijn doen en laten. Daarom zijn ook die beschrijvingen van grote waarde om je in de wereld ,waarin de hoofdpersoon leeft, in te leven. De manier waarop hij naar zijn ouders kijkt, zijn buren, zijn de leraren, zijn vrienden en vijanden wordt daarom extra perfect beschreven. Dit maakt het boek erg levendig.

Eindoordeel

In het boek geeft Herman Koch zijn mooie omschrijvingen van personages, maar naar mijn mening te diepgaand. Dat maakt het boek niet zo aantrekkelijk om te lezen. Ik neem als voorbeeld wat hij verteld over zijn moeder. Er wordt wat extra informatie gegeven over zijn moeder en vervolgens wordt er uitgebreid vertel over de vakantie bij zijn oom en tante beide vind ik te langdradig.

'[...] Je krijgt er niets voor terug, vooral die kennis zeker niet van dat soort waar oom Frits zijn 'rijke leven' op gebaseerd had. [...]' blz. 72

Tevens is het boek totaal niet spannend en is het erg saai. De enige spanning die ervoor zorgt dat je verder leest komt doordat je wil weten hoe de zwakbegaafde jongen om het leven is gekomen en wat de hoofdpersoon met die gebeurtenis te maken heeft. De enige andere scene die mij ook aan sprak was zijn gesprek net de psycholoog, helaas bleek deze een paar bladzijde later overleden te zijn.

'Ik mocht dus voorlopig weer alleen verder tobben, het enige dat als een paal boven waterstond, was dat Van Dussen de grote geheimen van mijn leven met zich mee het graf in had genomen.'

Ten slote vond ik het niet zo'n leuk boek om dat de hoofdpersoon bijna alleen maar negatief is. Ik vind het niet zo leuk om een uur achter elkaar alleen maar te lezen hoe iemand iets of iemand anders afzeikt. Ik zou nu dus haast het hele boek kunnen citeren maar ik kies voor dit stukje omdat dit meteen de toon zet voor het hele boek.

'Het verhaal dat ik wil vertellen gaat over de zwakbegaafde jongen. Hij heette Jan Wildschut, wat precies de goede naam is voor iemand van wie het hoofd niet helemaal in orde is. [...] Dat je zin had om er eens flink op te timmeren, mm net zo lang met je vuisten op stompzinnige gezicht te beuken totdat het zou gaan krijsen en grienen.'  blz. 7

Verwachtingen

Het boek 'Red ons Maria Montanelli' voldeed niet aan mijn verwachtingen, want ik vond het einde een nog al grote teleurstelling. Mijn nieuwsgierigheid naar de dood van zwakbegaafde jongen was de enige reden dat ik het boek heb uitgelezen. Helaas was zijn dood alleen maar een ongeluk waar de hoofdpersoon vrij weinig mee te maken had. Ik vond het niet veel toevoegen. Daarbij vond ik het boek nogal saai en was er totaal geen spanning die had ik wel verwacht. Ook maakte de hoofdpersoon niet zo'n hele grote persoonlijke ontwikkeling door als ik had verwacht. Wat ik ook niet had verwacht was dat hele boek eigenlijk een groot onophoudend gezeur is op zijn leven.





Bron

maandag 2 juni 2014

Muziek opdracht Max Havelaar

Klassieke muziek

Klassieke muziek is de geschoolde muziek, vaak geproduceerd door de westerse kerkelijke- en wereldlijke muziektradities.
De benaming klassieke muziek wordt wel als een synoniem voor kunstmuziek of serieuze muziek gebruikt, als tegenstander van de hedendaags populaire muziek en volksmuziek. Klassieke muziek is niet alleen serieus bedoeld. Ook wordt het gebruikt voor onderwijs, plezier, dans en muzikaal theater.

https://www.youtube.com/watch?v=qVn2YGvIv0w

Barokke muziek (1600-1750)

Rond 1600 verandert in minder dan vijf jaar tijd de stijl van de gecomponeerde muziek. De monodie en de harmonie kom je steeds vaker tegen. In deze periode worden ook de meeste moderne muziekinstrumenten uitgevonden: de strijkinstrumenten en de blaasinstrumenten. Tot de belangrijkste componisten worden gerekend: Claudio Monteverdi, Dietrich Buxtehude, Johann Pachelbel, Antonio Vivaldi, Georg Friedrich Händel en Johann Sebastian Bach.
De barok wordt over het algemeen geacht te eindigen met de dood van Bach in 1750
Johann Sebastian Bach was een Duitse componist van barokmuziek, organist, klavecinist, violist, muziekpedagoog en dirigent. Hij wordt door de meeste muziekwetenschappers gezien als een van de grootste en invloedrijkste componisten uit de geschiedenis vanwege zijn vindingrijkheid waarmee hij melodie, harmonie en ritme, maar ook verschillende muziekstijlen uit zijn tijd en dansvormen combineerde, wat inspiratie was voor vele andere schrijvers.
Aan het eind van zijn leven schreef Bach Die Kunst der Fuge, bestaande uit veertien fuga's (die Bach zelf 'Contrapuncti' noemde) en vier canons, alle op hetzelfde thema gebaseerd.
Bach heeft dat werk niet kunnen afmaken: het werk is ons onvolledig overgeleverd, maar de vraag is gesteld of Bach het werk niet heeft kunnen afmaken doordat hij stierf of dat het ontbrekende deel simpelweg verloren is geraakt.


Romantiek (1815-1910)

In de romantische periode van de klassieke muziek maken componisten steeds grotere composities met steeds meer noten, moeilijkere ritmes en steeds complexere harmonische probeersels. Ze gebruiken veel en vreemde, niet eerder toegepaste muziekinstrumenten. Er is veel drama en emotie te horen. Alles draait om wat mensen voelen, fantasie en de natuur.
Barokmuziek is een vorm van westerse klassieke muziek, ontstaan tijdens de barokperiode. Het begin ervan ligt in de late 16e-eeuwse revolte tegen polyfonie, die aanleiding gaf tot het ontstaan van het begeleid recitatief en de opera.
Als stijl was het de opvolger van de Renaissancemuziek. Geleidelijk aan maakte de stile antico, de universele polyfone stijl van de 16e eeuw met meestal gewijde muziek, plaats voor de stile moderno of nuove musiche, bedoeld voor materialistisch gebruik. De periode waarin vooral barokmuziek werd gecomponeerd, wordt geplaatst tussen 1600 (de opkomst van de monodie, onder andere door Monteverdi) en 1750.
Ludwig van Beethoven was een Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. Zijn stijl sluit aan op die van Wolfgang Amadeus Mozart en Joseph Haydn, waardoor hij vaak tot de Eerste Weense School wordt gerekend. Hij bracht het classicisme tot voltooiing en bereidde de weg voor de romantiek. Beethoven wordt als een van de belangrijkste en meest invloedrijke componisten beschouwd; zijn œuvre heeft een overheersende invloed gehad op de negentiende-eeuwse muziek.

Für Elise is de naam voor de Bagatelle nr. 25 in a mineur, voor piano door Ludwig van Beethoven, geschreven in 1810.

https://www.youtube.com/watch?v=CYgnwYDvmDI


vrijdag 9 mei 2014

Opdracht Apenland

Opdracht literatuur

Dit was nu al de derde keer dat ze voorbij reden. Ik hield me schuil in het schapenschuurtje dat ongeveer 50 meter van het bijbehorende huis lag. Je hoort steeds vaker verhalen over voortvluchtigen. Tegenwoordig wordt social media zoals Twitter en Facebook zelfs ingezet om deze persoon zo snel mogelijk te vinden. Als ik die berichten voorbij zag komen scrolde ik ze vaak snel weer door, aangezien het me vrij weinig interesseerde. Ik had echter nooit gedacht dat ik zou hopen dat iedereen zo zou denken over die berichten. Ik had nooit gedacht dat ik ooit voortvluchtige zou zijn. En nu ik dat ben weet ik absoluut niet hoe ik dat moet zijn. Ik leunde tegen het oude, natte hout en schrok van het gekraak. Ik dacht diep na en besefte me dat ik niets anders kon doen dan weggaan. Hoe langer ik in dit oude, trouwens best stinkende, hok zou blijven zitten, hoe eerder ze me zouden vinden. Ik wachtte nog 5 minuten en toen ik vrijwel zeker wist dat de politie wagen weg was, verdween ik in de nacht. Het enige dat ik bij me had was mijn portemonnee. Mijn telefoon had ik in het schuurtje achtergelaten, aangezien ik wist dat ze me daarmee zouden kunnen opsporen. Ik liep langs weilanden en koos de donkerste weggetjes die ik kon vinden. Ik liep langer dan mijn voeten aankonden. Uiteindelijk kon ik niet anders dan rusten en besteedde mijn laatste energie aan het klimmen in een wagen vol met hooi en stro op een verlaten boerderij. Beseffende dat dit niet de allerhandigste verstopplek was viel ik in slaap.

Ik droomde van wat me die dag gebeurd was. Over hoe dit ooit kon gebeuren. Ik wist niet dat hij zo ver zou gaan. Ik droomde van onze ontmoeting, de eerste kus en hoe we plannen maakte over onze toekomst. Over hoe ik hem mijn geheimen vertelde en hem me zo goed liet leren kennen. Hoe onschuldig was onze relatie wel niet in de eerste paar maanden. Ik had dan ook niet verwacht dat hij zo zou veranderen na een half jaar. Het begon met kleine dingetjes zoals dat ik hem betrapte dat hij mijn telefoon doorlas en al snel zat ik vast aan iemand die me bijna dood claimde. Na de ergste ruzie heb ik mijn spullen gepakt en ben ik weggegaan. Ik checkte in bij een motel. De volgende middag zette ik de tv aan voor het nieuws en zag de opsporingsoproep. ‘’verdacht van moord’’ stond in grote letters boven mijn foto.

Ik schrok wakker. Het duurde een paar tellen voordat ik besefte waar ik was en wat er was gebeurd. Ik bemerkte dat de wagen waar ik nog in lag aan het rijden was. Voorzichtig stak ik mijn hoofd boven de berg stro uit en tot mijn verbazing zag ik dat deze wagen terug was gereden naar mijn dorpje. Ik stapte snel uit en dacht dat mijn vluchtpoging voorbij was. Mensen keken me aan alsof ze een spook zagen. Zij keken echter alleen zo, omdat ze net iemand uit een wagen stro zagen stappen. Ik werd niet herkend als een moordenaar. Verward liep ik een cafétje binnen en bestelde een koffie. Ik nam mijn koffie mee samen met de telegraaf die op de bar lag. Ik bladerde de krant gehaast door en er was inderdaad niks te vinden over mij of een moord die was gepleegd. Het nieuws kwam me echter wel bekend voor en toen ik de datum van de krant checkte was deze dan ook 8 maanden eerder. Een beetje van de schrik bekomen dronk ik mijn koffie terwijl ik nadacht. Vervolgens kwam er iemand binnen, waardoor ik mijn koffie bijna uitspuwde. Hij was het. De man met wie ik een relatie aanging en die me vervolgens om me op te sporen beschuldigde van moord. Wat mogelijk was, omdat hij bij de politie werkte. Ik kon mijn ogen niet van hem afhouden en dat merkte hij. Toen hij zijn meeneem koffie had gekregen, keek hij me aan, lachte vriendelijk en ik zag dat hij naar me toe wilde lopen, net als die eerste keer. Met veel moeite wendde ik mijn blik af en richtte mijn ogen weer op de krant. Ik hoopte dat hij deze keer niet naar me toe zou komen en weg zou lopen. Hij begreep de boodschap en liep weg, het café uit. Ik was nog nooit zo opgelucht geweest. Plotseling werd alles wazig voor mijn ogen, de kamer draaide en uiteindelijk zag ik niets meer. Toen mijn zicht weer terug kwam zat ik in hetzelfde café, met dezelfde koffie alleen een andere krant. Ik was weer terug in mijn oude tijd. Ik bladerde zo snel als ik kon de krant door. Tot mijn grootste opluchting zag ik nergens een opsporingsbericht met mijn foto. En van de man voor wie ik zo bang was, was ook geen spoor te bekennen.

Les: tweede kansen bestaan, leef bewust en maak goed overdachte keuzes.


Einde

woensdag 22 januari 2014

Boekverslag Grip

Grip van Stephan Enter 
Jeroen van Eijk, Amber Liqui Lung en Annabel van der Horst

Onze verwachtingen van dit boek waren erg goed. Dit komt doordat Meneer Kroon had verteld dat het boek vorig jaar erg in de smaak viel. De structuur die hij vertelde, namelijk de zogenaamde “puzzel structuur” stond ons erg aan. Hierdoor hadden we verwacht dat het boek heel spannend zou zijn tot de laatste regel.

Titelverklaring

De titel ´Grip´ verwijst vooral naar de inhoud van het verhaal. De personages proberen grip te krijgen op hun leven. Ze maken allemaal keuzes in hun leven zoals het feit dat Vincent Lotte afwijst.  Grip past natuurlijk ook goed bij het feit dat het verhaal over bergbeklimmers gaat. Hoeveel houvast krijgen de klimmers op hun berg? De laatste verklaring zou kunnen zijn hoeveel grip wij, lezers, op het boek kunnen krijgen. Er zitten een hoop open plekken in het boek, puzzelstukjes die wij zelf moeten kunnen plaatsen.

Perspectief, setting , open plekken etc.

Het boek is opgedeeld in vier delen. Deel 1 en 3 bestaan uit acht hoofdstukken en deel 2 en 4 slechts uit 1 hoofdstuk. Alle delen zijn geschreven uit een personaal perspectief, oftewel er wordt gepraat in de derde persoon en de verteller staat een beetje op de achtergrond. Slechts aan het begin van deel 1 wordt een beetje commentaar geleverd door de verteller. In deel 1 kijk je door Paul van Woerdens ogen en in deel 2 door die van Martin Beers. In deel 3 kijk je door Vincent Voogd zijn ogen, dit deel is specialer omdat je er pas later achter komt dat het om Vincent gaat. Tenslotte kijk je in deel 4 weer door de ogen van Paul van Woerden. De vertelde tijd is uiteindelijk ongeveer 2 dagen. Het lijkt echter een stuk langer, door alle herinneringen en flashbacks van de personages.
Het eerste deel speelt zich af in verschillende treinen. Het gaat over de reis van Paul en Vincent naar Martin en Lotte toe voor de reünie. Het tweede deel speelt zich af in de bus. Het gaat over de reis van Martin en zijn dochtertje Fiona. Zij zijn onderweg om Martin en Vincent op te halen. Hier krijg je te maken met Martin’s herinneringen. Het derde deel speelt zich af in de trein, op de stationshal van Swansea, in de bus en op “land”. Hier krijg je te maken met de herinneringen en gedachtes van Vincent. In deel vier “loop” je mee met Paul die onderweg is naar het dorpje waar hij Lotte tegen zou komen.
De 3 grootste open plekken zijn door het verhaal heen toch wel; Wat is er gebeurt met Lotte op de Lofoten (ontstaan in deel 1, op teruggekomen in deel 4)? Als het slechts een ongeluk was, waarom zou ze dan zo nadrukkelijk tegen Paul zeggen dat hij moet zeggen dat het een ongeluk was? Zal Martin ooit van Lotte gaan houden (ontstaan in deel 2)? Overleeft Vincent de beklimming van de “rots” (ontstaan in deel 3)? Op al deze vragen krijg je helaas geen antwoord.  

Personages

Paul van Woerden is 40 jaar en doet niet veel in het leven. Hij komt uit een rijke familie en beheert zelf een trustfonds. Hij kijkt op tegen Vincent, die alles heel makkelijk af lijkt te gaan. Hij komt het meest tevreden over van de 4 vrienden. Hij is gelukkig in Wales en hoeft eigenlijk niet zoveel spanning in zijn leven. Hij is degene die Lotte redde toen ze viel in een bergspleet.
Vincent Voogd is ook 40. Hij komt het meest avontuurlijk over, maar heeft een ander zelfbeeld.  Hij heeft moeite met het “binden aan mensen”. Zo heeft hij Lotte, zijn grote liefde, afgewezen. Hij wil geen kinderen, vind zijn baan in Japan een mislukte actie en heeft eigenlijk geen ‘grip’ op het leven.
Martin Beers is iets ouder dan de rest en heeft een beetje een minderwaardigheidscomplex waardoor hij alles wilt organiseren. Hij is opgegroeid in een heel ander gezin dan de rest, maar van allemaal is hij wel de meest gemotiveerde. komt uit een heel ander milieu. Hij is getrouwd met Lotte en heeft een dochtertje Fiona, maar houd eigenlijk nog niet Lotte.
Lotte de Greve, ook 40, komt zelf niet aan het woord in het verhaal. We kennen haar uit de verhalen van Martin, Vincent en Paul. We weten zo dat ze zelfstandig, soms vreemd is en ook fel uit de hoek kan komen. In Lofoten vertelde ze haar beste vriend Vincent over haal verliefdheid voor hem. Als ze dan wordt afgewezen, wordt ze erg boos en trouwt de eerst volgende die ‘wilt’. Dit is dan Martin.

Thema’s en motieven

Het belangrijkste thema in het boek, wat ook terug komt in de titel, is het grip krijgen op je leven. Hier draait het grootste deel van het boek eigenlijk om. Het op een rijtje krijgen van gebeurtenissen, keuzes maken in het leven etc. Het beklimmen van de bergen staat dan ook hoogstwaarschijnlijk voor de moeilijke momenten in je leven.
Enkele belangrijke motieven die in het hele boek terugkomen en een grote rol spelen zijn:  het maken van keuzes (Vincent kiest niet voor een relatie met Lotte), vriendschap, herinneringen, onsterfelijkheid, liefde, dapperheid en reizen. Lotte zou je eigenlijk ook een motief kunnen noemen, want zij komt in de herinnering van alle drie de jongens voor.

Uitkomst verwachtingen en oordeel

Onze verwachtingen zijn niet geheel uit gekomen. We vonden het boek op sommige momenten tegenvallen. Het is helemaal niet continu spannend, maar op sommige zeer langdradig. Wat we wel erg goed vonden, is dat alles zeer realistisch is geschreven. Alle gebeurtenissen die plaatsvinden in het verhaal, zouden zo in de realiteit kunnen gebeuren. De gedachtes en herinneringen versterken dit gevoel van “echtheid”. Door het zeer gedetailleerd vertellen van deze gedachtes, leerde je de personages ook beter kennen. Hierdoor kon je je goed met hen. De structuur op de manier van de “puzzel” is leuk gekozen, alleen vallen bij ons alle drie niet echt de puzzelstukjes in elkaar. Toch is het feit dat je steeds door iemands anders ogen kijkt wel leuk, zo wordt het wat minder eentonig. Alleen zoals we al eerder zeiden, had het wat minder identificeren langdradig mogen zijn soms.

Persoonlijke deel                                                                                                            


De discussie is prima verlopen. Er is nul ruzie geweest, alleen moeten we de volgende keer misschien iets beter afspreken wie wat doet. De meningen kwamen echter wel overeen, dit was wel fijn en bespaarde ons een hoop tijd. Ik vond het wel echt moeilijk om dit boek te lezen. Ik had het idee dat hij over een steen al 3 bladzijdes schreef en dat irriteerde mij mateloos. Het was jammer dat we alle drie het boek niet helemaal snapten, waardoor ik het plaatje van het verhaal nog steeds niet compleet heb. Het boek kwam uit niveau 4 en in ieder geval is dit boek blijkbaar nog te moeilijk voor mij, ik vond het vaak echt lastig door te gaan met lezen.