Titel: Bint
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Druk: drieëndertigste gecorrigeerde druk uit 2012
Eerste uitgave: 1934 bij De Gemeenschap in Utrecht
Pagina’s: 109
Genre: Novelle, Psychologische roman
Auteur: F. Bordewijk
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Druk: drieëndertigste gecorrigeerde druk uit 2012
Eerste uitgave: 1934 bij De Gemeenschap in Utrecht
Pagina’s: 109
Genre: Novelle, Psychologische roman
Samenvatting:
Aan het begin van een nieuw schooljaar, rond het jaar 1934,
begint meneer De Bree op een school als docent Nederlands. Meneer De Bree gaat
aan vier verschillende klassen les geven, waarbij in alle vier de klassen de
leerlingen zich verschillend gedragen. Meneer De Bree moet ook de meest
beruchte klas, klas 4D, les geven. Deze klas staat bekend om zijn brutale en
drukke leerlingen die niet op hun mondje gevallen zijn. Het is echter wel de
favoriete klas van meneer Bint, aangezien ze de vorige docent Nederlands hebben
weggepest.
Meneer De Bree vindt het erg fijn dat er onder strenge
omstandigheden les wordt gegeven op school. Hij pakt zijn eigen klassen dan ook
erg streng aan om te laten weten wie de baas is. Zijn manier van lesgeven
blijkt al snel te werken: alle leerlingen uit alle vier de klassen luisteren
netjes naar hem. Toch vinden de meeste leerlingen het naar om onder de strenge
omstandigheden van meneer De Bree te werken. Ze vinden hem te streng, te boos
en te afstandelijk. Op een gegeven moment vragen de leerlingen zelfs of hij
vrede wil sluiten in de klas, zodat het iets gezelliger wordt. Aangezien meneer
De Bree overtuigd is van zijn manier van les geven, gaat hij daar niet mee
akkoord. Hij zal altijd zo streng en afstandelijk les geven zoals hij nu doet.
Een leerling, Van Beek, heeft tegenover het docententeam
gedreigd met zelfmoord als hij een onvoldoende krijgt voor zijn schoolwerk.
Tijdens een rapportvergadering komt dit ter sprake en het docententeam vindt
dat Van Beek onvoldoende gewerkt heeft om een voldoende te krijgen. Van Beek
wordt dus beoordeeld met een onvoldoende. Als Van Beek dit te horen krijgt
pleegt hij eventjes later zelfmoord. De directeur Bint heeft hier gemengde
gevoelens bij: hij wilde niet ingaan op het dreigement, maar is tegelijkertijd
ook bang dat de zelfmoord van een leerling voor een hoop problemen zorgt.
Rond Pasen gaan de leerlingen met docenten op hun jaarlijkse
schoolreisje. Ze reizen via Bergen op Zoom af naar België, en vervolgens naar
Noord-Frankrijk. Omdat een collega van
meneer De Bree vader geworden is, moet meneer De Bree ineens mee op
schoolreisje. Hij krijgt de taak om op de helft van de beruchte klas 4D letten.
Onder het strenge regime van meneer De Bree verloopt het schoolreisje met klas
4D erg goed.
Nadat de leerlingen en docenten weer terug zijn op school,
vraagt Bint aan meneer De Bree of hij nog een jaar langer op school les wil
geven. Meneer De Bree was in de eerste instantie van plan om maar een jaartje
les te geven. In de eerste instantie zegt meneer De Bree dat hij niet meer
terug wil komen, maar later als hij thuis zit bedenkt hij zich toch en stuurt
hij een briefje naar Bint met de mededeling dat hij toch nog een jaar les wil
geven.
Als meneer De Bree het volgende schooljaar vol goede moed
weer wil beginnen, blijkt dat Bint verdwenen is. Bint wilde namelijk niet meer
langer als directeur op een school werken waar een leerling zelfmoord gepleegd
heeft. Een collega, meneer Donkers, is de nieuwe directeur geworden.
Meneer De Bree probeert Bint thuis nog eens op te zoeken,
maar keer op keer wordt hij aan de deur geweigerd. Bint doet alsof hij er niet
meer is, en wil geen contact meer met anderen.
Verwerkingsopdracht literaire stroming
Kenmerken Nieuwe Zakelijkheid:
· Nuchtere,
kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
· Weinig
plaats voor gevoel
· Geen
versieringen of mooischrijverij
· Korte
zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de essentie, reportagestijl
· Eerbied voor
de gewoonste dingen
·
Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de stad/het
zakenleven/de vooruitgang
Toelichting op kenmerken:
Nuchtere, kernachtige, strakke, sobere en harde stijl
‘Zij vertrokken, Bint voor, zij na. De Bree ging naar huis,
alleen. Geen twee gingen samen. Bint vergezelde allen.’ (p. 130). Een ander
citaat: ‘’Ieder in zijn lokaal,’ zei hij tot de wachtenden in de leraarskamer.
‘Maar geen les en geen woord en geen vrij van twaalf tot twee. De school gaat
dicht tot vier.’ Bint stond nu weer aan de deur en ontving de hel. Hij gaf
handen. ‘Kerels,’ zei hij alleen.’ (p. 136-137)
Ik vind dat het boek wel een sobere, strakke stijl bevat,
maar regelmatig wordt hier nog wel eens van afgeweken, als bijvoorbeeld de
schoolreis op de fiets wordt beschreven.
Weinig plaats voor gevoel
‘Jullie kùnt me niet kwaad maken. Jullie zult nooit iets van
boosheid zien.’ (p. 96). Dit citaat geeft weer dat De Bree een ijskoude heerser
is. Er is dus weinig plaats voor gevoel. Toch toont hij op onder andere pagina
158 wél gevoel en valt hij uit zijn rol van emotieloze leider: ‘Zijn gezicht
was wit van woede. Hij smeet de deuren der kamers open. ‘Der uit, op,
salamanders,’ bulderde hij. De deur van Schattenekeinder trok hij woest dicht,
sloeg er toen tegen met de vuist. ‘Op, op, wezen!’ Hij moest zich toch kalm
houden. Hij floot grimmig tussen zijn tanden toen hij de trap afging. In de
gelagkamer ijsbeerde hij.’
Bint zegt op pagina 105 het volgende: ‘Er is geen reden
iemand te sparen die zelfmoord aankondigt. Waar gaan we heen?’ Een ander
voorbeeld van het niet tonen van gevoel staat op pagina 106 wanneer hij tegen
de andere leraren zegt: ‘Ik eis van de leraar dat hij zich niet inleeft in het
kind, dat hij niet daalt. Ik eis van het kind dat het zich in de leraar, dat
het klimt. Ik eis dat het zich inleeft in tien leraren. Ik eis dat het tienmaal
gehoorzaamheid zal kennen, tienmaal tucht, dat het door tien volwassenen zal
worden getuchtigd.’
Geen versieringen of mooischrijverij
Gebeurtenissen en handelingen in het boek worden ‘kaal’
beschreven. Als iemand boos is wordt alleen maar gezegd dat hij boos is, maar
echt gevoel wordt er niet bij betrokken. ‘Bint was even naar boven geweest.’
(p. 112): Een andere schrijver had hier uitgebreider beschreven hoe iemand van
de begane grond naar de eerste verdieping loopt. Bijvoorbeeld, een beschrijving
van de gang, van de trap, van geluiden, van licht. Bordewijk doet dit echter
niet, hij schrijf alleen op dat hij naar boven was geweest.
Korte zinnen, weinig bijvoeglijk naamwoorden, zoeken naar de
essentie, reportagestijl
Citaat: ‘Hij belde galmend, hij had nog geen sleutel. In de
stroeve hal was geen warmte.’ (p.77). Een ander citaat: ‘Het gespuis kwam
binnen. Ze waren ongeveer op tijd. Hij liet het zo. Hij wenkte de laatste en
sloot de deur. Ze zetten zich op hun plaats. De Bree ging het na op de
plattegrond. Ze zaten goed. De zeven zaten over de gehele klas verspreid.’ (p.
88). In voorgenoemde zinnen staan voorbeelden van korte zinnen, reportagestijl.
Zelf vind ik dit gemakkelijk lezen, want al lezend kun je zo makkelijker je
eigen beelden erbij vormen.
Eerbied voor de gewoonste dingen
Het verhaal speelt zich af op een klein schaalniveau. Het
gaat om de school, de leraren, de leerlingen, met name 4C (de hel). Het gaat
dus om de gewoonste dingen, bijvoorbeeld een situatie met de conciërge, zoals
op pagina 113 is beschreven. Het gaat niet over paleizen enzovoort, het gaat
over dingen die je gewoon bijna elke dag tegenkomt.
Maatschappijkritiek/betrokken bij de maatschappij/de
stad/het zakenleven/de vooruitgang
Bint is voorstander van strenge tucht . De jeugd is volgens
hem losgeslagen.
Je zou de manier waarop Bint zijn school organiseert kunnen
vergelijken met een totalitaire staat, een fascistisch bewind.
Een citaat hierbij is: ‘Ik eis van ieder: tucht. Ik ben
hoogst modern. De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit
geslacht is tè bandeloos.’ (p. 93). Een ander citaat: ‘Die klas is uniek. Zo
een heb ik nog nooit kunnen vormen, vóór deze.’ (p.92).
Je kunt dat ook afleiden uit de anagrammen die hij gebruikt:
E.O. Bint is een anagram voor Benito, de voornaam van Mussolini. Een paar
andere voorbeelden van anagrammen zijn To Delorm, wat voor Delorme staat.
Delorme was een vrouw waar Mussolini een verhouding mee had en een leerling uit
‘de hel’ genaamd Smeurts, wat een anagram is voor Mussert, de leider van de
NSB.
Bint wil ‘maatschappelijke reuzen’ maken: ‘Ik wil een kweek
van reuzen kweken, niet wetenschappelijk, maar maatschappelijk. Het opgroeiend
geslacht zal later zeggen: “die was van de school van Bint.”’ (p. 129-130)
Exponent van Nieuwe Zakelijkheid?
De meeste van de door mij genoemde kenmerken van Nieuwe
Zakelijkheid zijn terug te vinden in Bint. Bint is op een nuchtere en
afstandelijk manier geschreven. Toch gebruikt Bordewijk vaak stijlkenmerken die
eigenlijk niet thuis horen bij de Nieuwe Zakelijkheid. Een voorbeeld hiervan is
een metafoor die al in de eerste alinea van het boek staat: ‘De Bree zijn
denken was hoekig en nors. De lucht lag laag morsig roetig. Novemberochtend. De
wind danste lomp om de hoeken. De boerse reuzin viel over hem met de volle
vracht van natte kleren. De Bree kampte even. Dit was een voorpostgevecht. Hij
wist ongeveer waar hij heen ging. Hij had er van gehoord.’ Volgens de regels
van de Nieuwe Zakelijkheid had hij moeten schrijven: ‘Op een novemberochtend
fietste De Bree door de regen met tegenwind.’ Zijn beschrijving is eigenlijk te
bloemrijk. Ook vind ik dat er iets te veel gevoel in wordt getoond.
Ik vind dat Bint aan voldoende kenmerken voldoet om het te
kunnen rekenen tot de Nieuwe Zakelijkheid. Vooral de betrokkenheid bij de
maatschappij vind ik doorslaggevend. Bordewijk laat goed zien waar de
samenleving uit zijn tijd naartoe op weg was en hij beschrijft dat in Bint op
een manier die de stijlkenmerken vertoont van de Nieuwe Zakelijkheid.